ECLI:NL:RBDHA:2025:16969

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2025
Publicatiedatum
15 september 2025
Zaaknummer
NL25.27264
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na vernietiging besluit minister

Op 12 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de asielaanvraag van de verzoeker afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 september 2025 behandeld, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.

In de uitspraak van vandaag, met zaaknummer NL25.27563, heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het besluit van 12 juni 2025 vernietigd en de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft de minister wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten die de verzoeker heeft gemaakt, vastgesteld op € 907,00 voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten - Boon, griffier, en is openbaar gemaakt via gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.27264

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. J. Oosterhof),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. J.R. Sotthewes - de Jonge).

Procesverloop

1. Bij besluit van 12 juni 2025 heeft de minister de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep van eiser met zaaknummer NL25.27263, op 5 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, een tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.27563, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het besluit van 12 juni 2025 vernietigd en de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2.1.
De voorzieningenrechter veroordeelt de minister, gelet op de inhoud van de uitspraak op het beroep, wel tot betaling van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. De voorzieningenrechter stelt deze kosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 907,00 voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt de minister tot betaling van een bedrag van € 907,00 aan proceskosten aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.Sibma, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr. M.C. Drenten - Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.