ECLI:NL:RBDHA:2025:16988
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met besluitmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, een Syrische vreemdeling, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister ontving de aanvraag op 6 mei 2024 en had volgens de wet binnen zes maanden, dus uiterlijk op 6 november 2024, moeten beslissen. Eiser heeft de minister op 7 november 2024 in gebreke gesteld, maar heeft pas op 22 mei 2025 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling.
De rechtbank heeft overwogen dat de minister de beslistermijn had verlengd met negen maanden onder toepassing van een beleidsregel, maar deze beleidsregel is later ingetrokken. Hierdoor gold voor asielaanvragen die na 1 januari 2024 zijn ingediend weer een beslistermijn van zes maanden. Eiser valt onder een besluitmoratorium dat gold van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025, waardoor de beslistermijn voor zijn aanvraag is verlengd tot uiterlijk 6 november 2025.
Aangezien de beslistermijn op het moment van het indienen van het beroep nog niet was verstreken, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep prematuur was en daarmee kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. O. Veldman, rechter, en is op 22 augustus 2025 openbaar gemaakt.