Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3] , NAMENS HEM GEDAAGDEN SUB 1 EN 2 IN HUN HOEDANIGHEID VAN WETTELIJK VERTEGENWOORDIGERS, NU GEDAAGDE SUB 3 MINDERJARIG IS,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De feiten
Toedracht
3.Het geschil
‘op basis van het waargenomen schadebeeld, blijkt dat de geclaimde schade is veroorzaakt door een ander motorrijtuig’en de fatbike van [gedaagde 3] geen motorrijtuig is. De kantonrechter volgt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hier niet in. Dekra heeft op 17 december 2024 immers aan [eiser] bericht dat hoewel zij eerder rapporteerde dat aannemelijk was dat de schade was veroorzaakt door een ander motorrijtuig, niet valt uit te sluiten dat het schadebeeld is ontstaan als gevolg van een aanrijding met een al dan niet opgevoerde fatbike. Omdat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tegen de hoogte van de gevorderde schade geen zelfstandig verweer hebben gevoerd, is een bedrag van € 1.031,92 (30% van € 3.439,73) aan schadevergoeding toewijsbaar. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag is ook toewijsbaar.