ECLI:NL:RBDHA:2025:17071
Rechtbank Den Haag
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake teruggave van een personenauto met valse VIN in het kader van een beklagprocedure
Op 16 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een beklagprocedure ex artikel 552a Sv, waarin de klager verzocht om teruggave van een personenauto (Audi RS6 Avant) die op 29 november 2024 in beslag was genomen wegens verdenking van kentekenfraude. De klager en Achmea Schadeverzekeringen N.V. stelden beiden rechthebbende te zijn van de auto. De rechtbank heeft vastgesteld dat de klager de auto niet te goeder trouw heeft verkregen, omdat hij geen bewijs van de aankoop kon overleggen en er twijfels bestonden over de omstandigheden van de aankoop. Achmea, als verzekeraar, werd als rechthebbende aangemerkt, omdat de oorspronkelijke eigenaar, de heer [naam 1], zijn eigendom rechtsgeldig aan Achmea had overgedragen. De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich niet verzette tegen teruggave aan Achmea, ondanks de aanwezigheid van een vals VIN. De rechtbank verklaarde het beklag van de klager ongegrond, maar gelastte de teruggave van de auto aan Achmea, onder de voorwaarde dat de VIN zou worden hersteld door de Douane. De uitspraak werd gedaan door mr. F.X. Cozijn, rechter, in aanwezigheid van mr. F. Aksu, griffier, op 10 juni 2025.