ECLI:NL:RBDHA:2025:17073
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Smeets
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet tijdig beslissen over mvv-aanvraag voor nareis van Syrië
In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het verzet dat door de minister van Asiel en Migratie is ingesteld tegen de uitspraak van 14 maart 2024, waarin het beroep van geopposeerde, die een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) had aangevraagd voor nareis, gegrond werd verklaard. Geopposeerde had op 25 juli 2022 een mvv aangevraagd, maar door het uitblijven van een besluit had hij meerdere keren beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank had eerder beslistermijnen opgelegd en dwangsommen vastgesteld. De minister heeft verzet ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de minister niet voldoende gronden heeft aangevoerd om het verzet gegrond te verklaren. De rechtbank concludeert dat de eerdere uitspraak op goede gronden is gedaan en dat de minister niet expliciet heeft aangegeven dat hij meer tijd nodig had voor de beslissing. De rechtbank verklaart het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft.