In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2011, die al jaren in een pleeggezin woont. De moeder van de minderjarige steunt de plaatsing, maar er zijn zorgen over de strijd tussen haar en de pleegouders, die invloed heeft op de ontwikkeling van de minderjarige en zijn droom om professioneel te voetballen. De kinderrechter benadrukt het belang van samenwerking tussen de moeder en de pleegouders om de minderjarige te stimuleren in zijn ambities. Er zijn ook zorgen over het contact tussen de minderjarige en zijn moeder, en de kinderrechter vindt het noodzakelijk dat hieraan gewerkt wordt.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn voldaan, gezien de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de minderjarige. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar te verlengen, tot 14 september 2026, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de beslissing direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en op schrift gesteld op 11 september 2025. Belanghebbenden kunnen binnen drie maanden na de uitspraak of betekening van de beschikking hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.