ECLI:NL:RBDHA:2025:17149

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 september 2025
Publicatiedatum
17 september 2025
Zaaknummer
C/09/682300 / FA RK 25-2159
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoofdverblijfplaats, vervangende toestemming verhuizing, verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en vervangende toestemming inschrijving school

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 september 2025 een beschikking gegeven in een familiekwestie betreffende de minderjarige [de minderjarige]. De vader heeft verzocht om een zorgregeling en vervangende toestemming voor verhuizing, terwijl de moeder verweer heeft gevoerd en ook zelfstandig verzoeken heeft ingediend. De rechtbank heeft eerder, op 17 april 2025, een voorlopige zorgregeling vastgesteld waarbij de minderjarige om de week op zaterdag bij de vader zou zijn. De moeder heeft nu verzocht om vervangende toestemming voor verhuizing naar [plaats 1] en om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader zich refereert aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de verhuizing. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat de verhuizing naar [plaats 1] in het belang van de minderjarige is, gezien de negatieve dynamiek waarin zij zich momenteel bevindt. De rechtbank heeft de moeder toestemming verleend om met de minderjarige te verhuizen en heeft de zorgregeling aangepast zodat de minderjarige om de week op zaterdag bij de vader zal zijn. Het verzoek van de moeder voor vervangende toestemming voor inschrijving op een school is afgewezen, omdat er nog geen concrete school is vastgesteld. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 25-2159
Zaaknummer: C/09/682300
Datum beschikking: 4 september 2025
Hoofdverblijfplaats, vervangende toestemming verhuizing, verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en vervangende toestemming inschrijving school

Beschikking op het op 24 maart 2025 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S.E. de Geus te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A. Robbers te [plaats 1] .
Als informant wordt aangemerkt:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

de gecertificeerde instelling.

Procedure

Bij beschikking van deze rechtbank van 17 april 2025 is – met wijziging in zoverre van het door de ouders op 21 mei 2018 ondertekende ouderschapsplan –, voor zover hier relevant:
  • bepaald dat de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , voorlopig eenmaal per twee weken op zaterdag bij de vader zal avondeten, en dat zij de andere week op zaterdag bij de vader zal avondeten als zij dat zelf wil;
  • de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) verzocht een onderzoek te verrichten, alsmede de rechtbank te rapporteren en te adviseren;
  • het verzoek van de vader voor het verlenen van vervangende toestemming om met [de minderjarige] van 18 april 2025 tot 27 april 2025 in Brussel/Roemenië te verblijven afgewezen;
  • de behandeling van de overige verzoeken in de bodemprocedure aangehouden.
De rechtbank heeft wederom kennisgenomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • het rapport en advies van de Raad van 24 juni 2025, kenmerk [kenmerk] ;
  • het F9-formulier van 17 augustus 2025 van de moeder, met bijlagen;
  • het F9-formulier van 20 augustus 2025 van de vader, met gewijzigde/ingetrokken verzoeken.
Op 21 augustus 2025 is de behandeling ter zitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen:
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam 1] namens de gecertificeerde instelling;
  • [naam 2] en [naam 3] namens de Raad.
De vader en zijn advocaat zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de zitting verschenen.

Aanvullende feiten

  • De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 3 april 2025 de minderjarige [de minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden van 3 april 2025 tot 3 juli 2025.
  • De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 2 juli 2025 de minderjarige [de minderjarige] onder toezicht gesteld van voornoemde gecertificeerde instelling van 2 juli 2025 tot 2 juli 2026.

Verzoek en verweer

Het nog voorliggende verzoek van de vader strekt ertoe, na wijziging:
- een zorgregeling te bepalen die tegemoetkomt aan de belangen van [de minderjarige] waarbij duidelijkheid en regelmaat gewaarborgd is;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder voert verweer dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Daarnaast verzoekt de moeder nu nog zelfstandig:
  • de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [de minderjarige] vast te stellen bij de moeder;
  • vervangende toestemming te verlenen, die de toestemming van de vader vervangt, voor de inschrijving van [de minderjarige] op een andere school nader te bepalen, na afronding van het diagnostisch onderzoek;
  • vervangende toestemming te verlenen, die de toestemming van de vader vervangt, om met [de minderjarige] te verhuizen naar [plaats 1] ;
  • de procedure aan te houden voor de duur van maximaal 6 maanden totdat over de definitieve zorgregeling kan worden beslist;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader voert – onder referte ten aanzien van het verzoek ten aanzien van de hoofdverblijfplaats en de vervangende toestemming voor de verhuizing naar [plaats 1] – verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Hoofdverblijfplaats
De Raad heeft geadviseerd de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder niet te wijzigen. De vader refereert zich aan het verzoek van de moeder en heeft zijn verzoek tot vaststelling van de hoofdverblijfplaats bij hem ingetrokken. In het door de ouders op 21 mei 2018 ondertekende ouderschapsplan dat gehecht is aan de beschikking van deze rechtbank van
12 juli 2018 is vastgelegd dat [de minderjarige] de hoofdverblijfplaats bij de moeder heeft. De rechtbank acht het in het belang van [de minderjarige] dat zij het hoofdverblijf bij de moeder behoudt. Daarom zal het verzoek van de moeder om de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder vast te stellen bij gebrek aan belang worden afgewezen.
Vervangende toestemming verhuizing [plaats 1]
De moeder wil in [plaats 1] gaan samenwonen met haar partner, met wie zij nu vijf jaar een stabiele relatie heeft. Zij kan de woning in [plaats 2] niet meer betalen. [de minderjarige] kan in [plaats 1] ook een nieuwe start maken en los komen van de negatieve dynamiek waarin zij zich nu bevindt. Een verhuizing druist niet in tegen de zorgregeling die de moeder voor ogen heeft. De moeder is bereid om [de minderjarige] te brengen en te halen in het kader van de zorgregeling. Ook is in [plaats 1] toegang tot gespecialiseerd onderwijs voor [de minderjarige] evenals tussenoplossingen voor een tijdelijk alternatief voor onderwijs, waarin de moeder zich al goed heeft verdiept.
De Raad heeft na het onderzoek geadviseerd de vervangende toestemming te verlenen ten aanzien van de verhuizing.
De vader heeft een dag voor de zitting de rechtbank bericht dat hij in het belang van [de minderjarige] de strijd wil staken en dat hij daarom zich refereert aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het verzoek tot vervangende toestemming voor de verhuizing naar [plaats 1] .
Nu de vader geen verweer meer voert ten aanzien van de verhuizing en de Raad het verlenen van vervangende toestemming voor de verhuizing heeft geadviseerd, zal de rechtbank in het belang van [de minderjarige] beslissen dat zij met de moeder mag verhuizen naar [plaats 1] . Gebleken is dat het al een tijd niet goed gaat met [de minderjarige] en dat zij stil staat in haar ontwikkeling. Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat het van belang is voor [de minderjarige] dat zij zo snel mogelijk weer naar school, of tenminste een dagbesteding, zal gaan. Daartoe heeft de moeder zich al goed georiënteerd in [plaats 1] . De rechtbank acht een verhuizing van [de minderjarige] naar [plaats 1] in haar belang.
De verhuizing zal ook betekenen dat in het kader van de ondertoezichtstelling de jeugdbescherming in [plaats 1] betrokken zal worden in plaats van de jeugdbescherming west Haaglanden. Belangrijk voor [de minderjarige] is dat zo snel mogelijk duidelijk kan worden welke school bij haar past zodat zij daar zo snel mogelijk naartoe zal kunnen gaan, al dan niet volgend op een tussenoplossing waarbij [de minderjarige] overdag naar een door de moeder uitgezochte zorginstelling kan gaan waarbij zij wordt voorbereid op doorstroom naar een passende school.
Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming verhuizing naar [plaats 1] zal toewijzen.
Zorgregeling
Bij vorige beschikking van 17 april 2025 is als voorlopige zorgregeling bepaald dat [de minderjarige] voorlopig eenmaal per twee weken op zaterdag bij de vader zal avondeten, en dat zij de andere week op zaterdag bij de vader zal avondeten als zij dat zelf wil.
Gebleken is dat het niet fijn is voor [de minderjarige] om een keuze te moeten maken om wel of niet naar de vader te gaan om de week. Het is beter wanneer vastligt dat [de minderjarige] om de week een middag bij de vader en zijn gezin is. Op de zitting is besproken dat het leuk is voor [de minderjarige] als zij om de week op zaterdagmiddag bij de vader en zijn gezin is zodat zij met z’n allen zoals in dat gezin gebruikelijk is om 15.00 uur met elkaar kunnen eten. De rechtbank zal daarom bepalen dat [de minderjarige] om de week op zaterdag bij de vader zal zijn van 14.00 uur tot 17.00 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] zal brengen en zal ophalen. De rechtbank acht deze zorgregeling in het belang van [de minderjarige] . Bij deze regeling is duidelijkheid en regelmaat gewaarborgd. De rechtbank acht duidelijkheid van belang voor [de minderjarige] en zal daarom deze regeling nu vastleggen en het meer of anders verzochte afwijzen, in plaats van het verzoek nog langer aan te houden.
Vervangende toestemming inschrijving school Den Haag / andere nader te bepalen school
Partijen zijn het erover eens dat [de minderjarige] naar een andere school moet gaan, maar niet over welke school en ook niet over de onderwijsvorm (regulier of speciaal).
De Raad heeft geadviseerd dat [de minderjarige] zo snel mogelijk weer onderwijs moet volgen en zich moet begeven met sociale contacten met leeftijdsgenoten en andere autoriteitsfiguren dan haar ouders. Daarvoor is van belang dat er diagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd zodat een passende school kan worden gevonden. Uit informatie van Yoep is gebleken dat dat onderzoek op dit moment nog niet haalbaar is, omdat de ouders eerst met elkaar aan de slag zouden moeten bij de scheidingspoli, zo heeft de jeugdbeschermer op de zitting aangegeven.
De raadsvertegenwoordiger heeft op de zitting aangegeven dat in dit stadium niet meer van ouders verwacht moet worden eerst met elkaar aan de slag te gaan alvorens diagnostisch onderzoek bij [de minderjarige] kan plaatsvinden. [de minderjarige] stagneert nu al zo lang in haar ontwikkeling, dat de focus door de jeugdbeschermer nu moet worden gelegd op het uitvoeren van diagnostisch onderzoek zodat [de minderjarige] zo snel mogelijk bij de juiste school kan worden aangemeld.
De rechtbank spreekt de hoop en verwachting uit dat de jeugdbeschermer in Den Haag dan wel in [plaats 1] dit zo snel mogelijk kan oppakken.
Nu er geen verzoek voorligt voor vervangende toestemming voor inschrijving op een concrete school, kan de rechtbank dit verzoek niet toewijzen. Het is nu nog onbekend naar welke school [de minderjarige] zou kunnen gaan. De rechtbank zal daarom dit verzoek nu afwijzen. De rechtbank zal het verzoek niet aanhouden, omdat de focus zal worden verlegd naar [plaats 1] . Zodra uit het diagnostisch onderzoek duidelijkheid over [de minderjarige] komt, kunnen de ouders in overleg en onder begeleiding van de jeugdbeschermer een geschikte school voor [de minderjarige] uitzoeken.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van het door de ouders op 21 mei 2018 ondertekende ouderschapsplan – :
*
verleent de moeder toestemming, die de toestemming van de vader vervangt, om met [de minderjarige] te verhuizen naar [plaats 1] ;
*
bepaalt dat [de minderjarige] bij de vader zal zijn:
- om de week op zaterdag van 14.00 uur tot 17.00 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] zal brengen en zal halen;
*
verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.D.A. Geleijns, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 september 2025.