In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 september 2025 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2016, die ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De minderjarige heeft complexe problematiek, waaronder autisme en ADHD, en heeft al geruime tijd geen onderwijs gevolgd. Ondanks de inspanningen van de ouders om passende hulp en onderwijs te vinden, is dit tot nu toe niet gelukt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, hoewel bereid, niet in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, om zo de nodige ondersteuning en begeleiding te bieden. De kinderrechter heeft het verzoek van de Raad toegewezen, met de overweging dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ouders hebben verweer gevoerd tegen het verzoek, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de situatie van de minderjarige een ondertoezichtstelling rechtvaardigt.