Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Procesafspraken
- de verdachte ziet af van het indienen van onderzoekswensen en trekt al ingediende (en eventueel toegewezen) onderzoekswensen uiterlijk ter terechtzitting en bij voorkeur al eerder schriftelijk in;
- de verdachte hoeft in het kader van de afspraken geen nadere verklaring af te leggen, al staat het hem vrij dit ter terechtzitting alsnog te doen;
- het Openbaar Ministerie zal ter terechtzitting rekwireren tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- het Openbaar Ministerie zal ter terechtzitting vorderen dat de verdachte wordt veroordeeld tot 38 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest;
- het Openbaar Ministerie zal de verbeurdverklaring vorderen van de onder verdachte in beslag genomen geldbedragen à € 7.500,- en
- door de verdediging worden geen verweren gevoerd;
- de verdachte zal zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de straf;
- door de verdediging en het Openbaar Ministerie wordt geen hoger beroep ingesteld indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken;
- verdachte zal ter zitting verschijnen teneinde eventuele vragen van de rechtbank aangaande de gemaakte procesafspraken te kunnen beantwoorden.
4.De bewijsbeslissing
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De strafoplegging
8.De inbeslaggenomen voorwerpen
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
38 MAANDEN;