3.3.Op grond van artikel 8, vierde lid, van de Dublinverordening wordt de lidstaat waar de alleenstaande minderjarige vreemdeling haar verzoek om internationale bescherming heeft ingediend de verantwoordelijke lidstaat, mits dit in belang is van de minderjarige.
In het arrest M.A.heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie hierbij toegelicht dat alleenstaande minderjarigen vreemdelingen bijzonder kwetsbare personen zijn, en dat daarom de procedure tot vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat niet langer moet duren dan strikt noodzakelijk, hetgeen impliceert dat alleenstaande minderjarige vreemdelingen in beginsel niet aan een andere lidstaat worden overgedragen.
Had verweerder nader onderzoek moeten doen naar de leeftijd van eiser?
4.
Eiser voert aan dat verweerder had moeten aannemen dat eiser minderjarig is. Verweerder had meer onderzoek had moeten doen naar de (minderjarige) leeftijd van eiser, en daarom is er sprake van een onzorgvuldig en onvolledig gemotiveerd besluit. Eiser is bereid om mee te werken aan een leeftijdsonderzoek. Hij heeft via Nidos een origineel document – een inschrijving in het bevolkingsregister – overgelegd, waarmee zijn minderjarigheid wordt onderbouwd. Daarnaast heeft eiser een kopie van de geboorteakte meegestuurd. Hij heeft het origineel ook in zijn bezit. Verweerder heeft in zijn besluit verwezen naar paragraaf C1/4.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc), en gesteld dat, omdat er geen pasfoto op de geboorteakte zit, de geboorteakte geen authentiek document is en dat daarom met de geboorteakte van eiser zijn minderjarigheid niet onderbouwd kan worden. Eiser voert aan dat verweerder hierbij ten onrechte de toets van C1/4.2.2.2 van de Vc niet heeft uitgevoerd. Hierin is namelijk bepaald dat als er geen sprake is van een authentiek identiteitsdocument, verweerder in dat geval de verklaringen van de vreemdeling, andere overgelegde documenten en of de verklaringen van de vreemdeling passen in al datgene wat bekend is over de situatie in het land van herkomst, meeweegt. De gegevens die op de geboorteakte en op het uittreksel van de burgerlijke stand staan, komen wel overeen met de verklaringen van eiser. In beroep heeft eiser meer stukken overgelegd om zijn identiteit te onderbouwen: zo heeft hij een kopie van een uittreksel voorzien van een pasfoto van eiser en een andere geboorteverklaring overgelegd. Hij heeft ook een kopie van zijn Syrische paspoort overgelegd. Het origineel kan hij niet overleggen, want dat is afgepakt in Libië. Op al die documenten staat [datum] 2008 als zijn geboortedatum vermeld. Eiser voert ook aan dat hij onvoldoende tijd heeft gehad om het rapport van Bureau Documenten te weerleggen, nu hij daarvoor een contra-expertise zal moeten laten verrichten.
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser zijn minderjarigheid niet heeft onderbouwd, omdat eiser geen authentieke, identificerende stukken heeft overgelegd waaruit dat blijkt. Ter zitting heeft verweerder het volgende desgevraagd toegelicht. Verweerder is uitgegaan van de geboortedatum van [datum] 2005 omdat dit de geboortedatum is die eiser bij zijn eerste asielaanvraag heeft opgegeven. Verweerder gaat niet uit van de geboortedatum van [datum] 2008, omdat verweerder de tweede asielaanvraag niet rechtsgeldig vindt. Om deze reden heeft verweerder ook geen leeftijdsschouw gedaan en geen onderzoek gedaan naar de geboortedatum die eiser bij zijn aanvraag in Duitsland heeft opgegeven ( [datum] 2005). Nu eiser zelf bij zijn eerste asielaanvraag een meerderjarige leeftijd heeft opgegeven, is het aan hem om met bewijs aan te tonen dat dit onjuist is. Dat er wel een AMV-gehoor is afgenomen naar aanleiding van zijn tweede asielaanvraag, is ten overvloede gedaan. De in beroep overgelegde documenten zijn kopieën en vormen geen aanleiding tot nader onderzoek.
6. De rechtbank stelt vast dat verweerder naar aanleiding van zijn tweede asielaanvraag waarin hij stelt minderjarig te zijn, geen nader onderzoek heeft gedaan naar de leeftijd van eiser. Er is toen wel een AMV-gehoor afgenomen, maar daarin is niet aan eiser gevraagd waarom hij bij zijn tweede asielaanvraag een andere geboortedatum heeft opgegeven dan bij zijn eerste asielaanvraag. Er heeft geen leeftijdsschouw plaatsgevonden. Ook tijdens het aanmeldgehoor, afgenomen in het kader van zijn eerste asielaanvraag, heeft verweerder niet gevraagd naar het opgeven van een minderjarige leeftijd. Dit terwijl deze andere geboortedatum ( [datum] 2008) in het verslag van het aanmeldgehoor is opgenomen en eiser in dat gehoor heeft verklaarddat hij bewijs heeft om de gestelde geboortedatum van [datum] 2008 te onderbouwen. Verder staat vast dat eiser onder toezicht van Nidos is geplaatst en dat hij verblijft in een asielzoekerscentrum voor minderjarigen. Ten tijde van de zitting was hiervan ook nog steeds sprake.