Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres]
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
mr.T.M.M. Plukaard, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 1 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft op 31 juli 2024 alsnog op de aanvraag beslist, maar heeft dit besluit op 30 juli 2025 ingetrokken. Eiseres heeft vervolgens op 1 augustus 2025 verzocht om het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit te handhaven. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat beide partijen hiermee instemden. Het onderzoek is gesloten.
De rechtbank overweegt dat, omdat geen van de partijen gebruik heeft gemaakt van het recht ter zitting te worden gehoord, het onderzoek ter zitting achterwege kan blijven. Eiseres had haar asielaanvraag op 30 september 2023 ingediend, en volgens de Vreemdelingenwet moest verweerder binnen zes maanden op deze aanvraag beslissen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn door verweerder onterecht was, waardoor de beslissing binnen de oorspronkelijke termijn had moeten plaatsvinden. Eiseres heeft na het verstrijken van deze termijn een ingebrekestelling verstuurd en beroep ingesteld.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog steeds geen besluit heeft genomen. Verweerder wordt opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Abdoelkadir, rechter, en is openbaar gemaakt.