ECLI:NL:RBDHA:2025:1760
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en terugkeerbesluit Oekraïense eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Oekraïense eiser en de minister van Asiel en Migratie. De eiser had een verzoek om bescherming ingediend op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, maar zijn asielaanvraag werd buiten behandeling gesteld omdat hij zich niet had gemeld in Ter Apel. De rechtbank oordeelde dat de minister geen terugkeerbesluit had mogen opleggen zonder eerst te onderzoeken of de eiser bij terugkeer naar Oekraïne in strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zou komen. De rechtbank baseerde zich op het arrest Ararat van het Hof van Justitie van de EU, waarin het beginsel van non-refoulement wordt benadrukt. De rechtbank vernietigde het terugkeerbesluit, omdat niet was aangetoond dat de eiser veilig kon terugkeren naar Oekraïne. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de hoofdzaak was beslist. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de overheid om zorgvuldig om te gaan met de rechten van asielzoekers, vooral in het licht van de huidige situatie in Oekraïne.