Uitspraak
Gezag, omgang c.q. de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
Kinderalimentatie
Beschikking op het op 3 oktober 2024 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
Feiten
- Partijen hebben een affectieve relatie gehad en hebben in gezinsverband samengewoond.
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- De kinderen zijn door de vader erkend.
- De moeder is van rechtswege alleen met het ouderlijk gezag over de kinderen belast.
- Bij proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 19 mei 2022 heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de omgang tussen de vader en de kinderen als volgt zal plaatsvinden:
Verzoek en verweer
- wijziging van na te melden proces-verbaal van 19 mei 2022, in die zin dat de moeder thans verzoekt een omgangsregeling vast te stellen waarbij de vader omgang heeft met de kinderen elke woensdag van 11.30 uur tot 19.00 uur bij de moeder thuis en waarbij geldt:
- vaststelling van een door de vader te betalen kinderalimentatie van totaal € 221,- per maand kind, vanaf de beschikkingsdatum bij vooruitbetaling te voldoen, met ingang van 1 september 2024;
- dan wel een zodanige omgangsregeling en onderhoudsbijdrage vast te stellen als de rechtbank het meest in het belang van de kinderen acht;
- vaststelling van een omgangs- c.q. zorgregeling (inclusief verdeling van vakanties en feestdagen) zoals omschreven in punt V. onder a t/m l van het petitum;
- te bepalen dat de vader en de moeder gezamenlijk met het ouderlijk gezag over de kinderen worden belast;
Beoordeling
Verder is het zelfstandige verzoek van de vader mager gemotiveerd. De vader is echter niet naar de zitting gekomen om zijn verzoek nader toe te lichten.
Beslissing
-[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats] ,
-[minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2022 te [geboorteplaats] .