ECLI:NL:RBDHA:2025:1763
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een visum kort verblijf voor familiebezoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een visum kort verblijf beoordeeld. Eiser, een Marokkaanse supermarkt eigenaar, had het visum aangevraagd om zijn ernstig zieke oom in Nederland te bezoeken. De aanvraag van zijn tante werd goedgekeurd, maar die van eiser werd afgewezen vanwege twijfels over zijn voornemen om terug te keren naar Marokko en onvoldoende bewijs van zijn sociale en economische binding met zijn thuisland. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing onterecht was, omdat de hoorplicht niet is nageleefd. Eiser had voldoende inspanningen geleverd om zijn situatie te onderbouwen met documenten, en de rechtbank concludeert dat verweerder ten onrechte heeft afgezien van een hoorzitting. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verplicht verweerder om eiser alsnog te horen en een nieuw besluit te nemen. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van proceskosten en een dwangsom omdat het besluit niet tijdig is genomen.