ECLI:NL:RBDHA:2025:1769

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
09/099280-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van betrokkenheid bij diefstal met geweld en afpersing

Op 11 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van betrokkenheid bij diefstal met geweld en afpersing. De verdachte, geboren in 1993, werd beschuldigd van het medeplegen van deze misdrijven samen met medeverdachten. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op verschillende data, waarbij de officier van justitie, mr. M.J.A. Grimmelikhuijsen, een gevangenisstraf eiste. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. H.M. Dunsbergen, pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat de verdachte geen wetenschap had van de criminele plannen van zijn medeverdachten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de bestuurder was van de auto waarmee de medeverdachten naar de woning van het slachtoffer zijn gereden. Echter, de rechtbank kon niet bewijzen dat de verdachte op de hoogte was van het plan om het slachtoffer te beroven. De verklaringen van de medeverdachten ondersteunden de stelling van de verdachte dat hij niet op de hoogte was van de criminele activiteiten. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op de diefstal met geweld en de afpersing, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Daarnaast heeft de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de feiten waarop deze vorderingen betrekking hadden. De benadeelde partijen werden veroordeeld in de kosten van de verdediging van de verdachte, die tot op dat moment op nihil werden begroot.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/099280-24
Datum uitspraak: 11 februari 2025
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres 1] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 2 juli 2024, 16 september 2024 en 5 december 2024 (alle pro forma) en 28 januari 2025 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.J.A. Grimmelikhuijsen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. H.M. Dunsbergen naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder feit 1 en feit 2 primair ten laste gelegde en tot bewezenverklaring van het onder feit 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte bestuurder was van de vluchtauto en op de hoogte was van het plan om het slachtoffer in diens woning te overvallen. De verdachte is daarom behulpzaam geweest bij de diefstal met geweld en de afpersing van het slachtoffer en heeft hiertoe ook het voorwaardelijk opzet gehad. De verklaring van de verdachte dat hij geen weet heeft gehad van het plan, acht de officier van justitie niet aannemelijk.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 158 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, alsmede een taakstraf van 240 uren.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. De raadsman heeft ten aanzien van de primair ten laste gelegde feiten aangevoerd dat de verdachte geen wetenschap had van wat zich ging afspelen, zodat er geen sprake is van opzet op het gronddelict en evenmin op de samenwerking. Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde feiten heeft de raadsman aangevoerd dat er geen sprake is van het voor medeplichtigheid vereiste dubbel opzet.
3.3.
Vrijspraak
Aan de verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en afpersing dan wel dat hij hieraan medeplichtig is geweest. Uit het dossier volgt dat de verdachte de bestuurder is geweest van de auto waarmee de medeverdachten [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) zich naar de woning van het slachtoffer in Den Haag hebben begeven en waarmee zij na afloop de plaats delict hebben verlaten. De verdachte bekent ook dat hij de bestuurder is geweest. Hij ontkent evenwel dat hij op de hoogte was van het plan van zijn medeverdachten om het slachtoffer te beroven en af te persen.
De rechtbank moet beoordelen waar het opzet van verdachte op was gericht toen hij met de medeverdachten naar Den Haag reed. Vastgesteld kan worden dat de verdachte zijn medeverdachten behulpzaam is geweest door hen naar Den Haag te rijden en door hen na afloop weer weg te brengen. De rechtbank kan echter op basis van het dossier niet vaststellen dat de verdachte wist of kon weten dat door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] die avond in de woning aan de [adres 2] te Den Haag een diefstal met geweld en/of een afpersing zou worden gepleegd. Daarbij betrekt de rechtbank ook de verklaring van de verdachte zelf alsmede de verklaringen van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ).
[medeverdachte 1] heeft op 2 oktober 2024 bij de politie verklaard dat de verdachte niet wist wat er zich ging afspelen en dat de verdachte ook niet bij de buit werd betrokken. Op 8 oktober 2024 is [medeverdachte 1] door de rechter-commissaris als getuige gehoord en is hij bij zijn verklaring afgelegd op 2 oktober 2024 gebleven.
[medeverdachte 3] heeft op 3 september 2024 bij de politie verklaard dat de verdachte onschuldig is en er niets mee te maken had. De verdachte was degene met een rijbewijs en hij zou er niet bij worden betrokken, ook niet in de buit. Op 8 oktober 2024 is [medeverdachte 3] eveneens door de rechter-commissaris als getuige gehoord. [medeverdachte 3] heeft ook hier verklaard dat de verdachte onschuldig is en dat de verdachte niet wist waar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naartoe gebracht werden en wat zij daar gingen doen.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 28 januari 2025 verklaard dat hij een vriendendienst heeft geleverd, die bestond uit het met de auto afzetten van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aan de [straatnaam] , de straat waar het slachtoffer woonachtig was. Aan de verdachte is door [medeverdachte 3] gevraagd om de medeverdachten af te zetten en aan hem is niet verteld waarom.
Gelet op het voorgaande en op de overige inhoud van het dossier kan niet worden bewezen dat de verdachte opzet heeft gehad op de diefstal met geweld en op de afpersing. Ook is niet gebleken dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met zijn medeverdachten in de uitvoering van de diefstal met geweld en de afpersing. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van zowel het medeplegen van als van de medeplichtigheid aan de diefstal met geweld en de afpersing.

4.De vorderingen van de benadeelde partijen

[naam 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 34.754,52, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 14.754,52 aan materiële schade en € 20.000,- aan immateriële schade.
[naam 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 20.950,- te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 950,- aan materiële schade en € 20.000,- aan immateriële schade.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, aangezien de verdachte van de feiten waarop de vorderingen betrekking hebben, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de benadeelde partijen moeten worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil.

5.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
bepaalt dat de benadeelde partij [naam 1] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij [naam 1] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
bepaalt dat de benadeelde partij [naam 2] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij [naam 2] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L. Amperse, voorzitter,
mr. K.C.J. Vriend, rechter,
mr. B.J. de Groot, rechter,
in tegenwoordigheid van V. Grampon, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 februari 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1
hij op of omstreeks 5 maart 2024 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een telefoon met pasjes, een autosleutel en/of een hoeveelheid geld (totaal: € 1900),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 2] , in elk geval aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [naam 2] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan
het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door:
- zich naar de woning gelegen aan de [adres 2] van die [naam 2] te
begeven en/of
- (vervolgens) bij die woning aan te bellen en/of zich (met kracht) de toegang tot die
woning te verschaffen en/of
- die [naam 2] naar de keuken te sommeren en/of te zeggen dat die [naam 2]
zijn telefoon moest pakken en aan de verdachte(n) te geven en/of
- tegen die [naam 2] te zeggen: 'Als u niks doet, dan gebeurt er niks met u' en/of
- meermalen met kracht die [naam 2] vast te pakken en/of
- de pincode van zijn bank app te vragen en/of
- kasten en lades in de woning van die [naam 2] te doorzoeken en hem te vragen
of hij goud heeft en/of
- een of meer betaalverzoeken (te weten een Tikkie) naar (de mobiele telefoon van)
die [naam 2] te versturen en met de bankrekening van die [naam 2] te betalen
en/of
- nadat die [naam 2] trachtte de woning te ontvluchten, met kracht die
[naam 2] naar de grond te trekken en/of (vervolgens) zijn woning in te
trekken/sleuren,
althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 4] op of omstreeks 5 maart 2024 te
's-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een telefoon met pasjes, een autosleutel en/of een hoeveelheid geld (totaal: € 1900),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 2] , in elk geval aan
een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 4]
toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging
met geweld tegen die [naam 2] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere
deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren door:
- zich naar de woning gelegen aan de [adres 2] van die [naam 2] te
begeven en/of
- (vervolgens) bij die woning aan te bellen en/of zich (met kracht) de toegang tot die
woning te verschaffen en/of
- die [naam 2] naar de keuken te sommeren en/of te zeggen dat die [naam 2]
zijn telefoon moest pakken en aan de verdachte(n) te geven en/of
- tegen die [naam 2] te zeggen: 'Als u niks doet, dan gebeurt er niks met u' en/of
- meermalen met kracht die [naam 2] vast te pakken en/of
- de pincode van zijn bank app te vragen en/of
- kasten en lades in de woning van die [naam 2] te doorzoeken en hem te vragen
of hij goud heeft en/of
- een of meer betaalverzoeken (te weten een Tikkie) naar (de mobiele telefoon van)
die [naam 2] te versturen en met de bankrekening van die [naam 2] te betalen
en/of
- nadat die [naam 2] trachtte de woning te ontvluchten, met kracht die
[naam 2] naar de grond te trekken en/of (vervolgens) zijn woning in te
trekken/sleuren,
althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke aard en/of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 5 maart 2024 te
's-Gravenhage, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft door:
- het onderhouden van telefonisch contact met medeverdachte(n) en/of
- het optrekken samen met de medeverdachte(n) voorafgaand, gedurende en/of na
de avond/nacht waarop de overval heeft plaatsgevonden en/of
- het besturen van de vluchtauto;
2
hij op of omstreeks 4 en/of 5 maart 2024 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam 2] heeft gedwongen tot:
- het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de ontgrendel code van zijn
telefoon en/of de ING-app en/of
- de afgifte van een telefoon met pasjes, een autosleutel en/of een hoeveelheid geld,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [naam 2] en/of een derde
toebehoorde(n),
door:
- meermalen via What’s App berichten te versturen naar die [naam 2] waarin aan
[naam 2] wordt gevraagd geld over te maken en/of geld te geven en daarbij te
zeggen dat zij, verdachten, na betaling, (gevoelige) informatie die verdachte(n) over
[naam 2] beschikken zullen verwijderen en/of
- zich naar de woning gelegen aan de [adres 2] van die [naam 2] te
begeven en/of
- (vervolgens) bij die woning aan te bellen en/of zich (met kracht) de toegang tot die
woning te verschaffen en/of
- die [naam 2] naar de keuken te sommeren en/of te zeggen dat die [naam 2]
zijn telefoon moest pakken en aan de verdachte(n) te geven en/of
- tegen die [naam 2] te zeggen: 'Als u niks doet, dan gebeurt er niks met u' en/of
- meermalen met kracht die [naam 2] vast te pakken en/of
- de pincode van zijn bank app te vragen en/of
- kasten en lades in de woning van die [naam 2] te doorzoeken en hem te vragen
of hij goud heeft en/of
- een of meer betaalverzoeken (te weten een Tikkie) naar (de mobiele telefoon van)
die [naam 2] te versturen en met de bankrekening van die [naam 2] te betalen
en/of
- nadat die [naam 2] trachtte de woning te ontvluchten, met kracht die
[naam 2] naar de grond te trekken en/of (vervolgens) zijn woning in te
trekken/sleuren,
althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 4] op of omstreeks 5 maart 2024 te
's-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[naam 2] heeft gedwongen tot:
- het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de ontgrendel code van zijn
telefoon en/of de ING-app en/of
- de afgifte van een telefoon met pasjes, een autosleutel en/of een hoeveelheid geld
(totaal: € 1900), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [naam 2]
en/of een derde toebehoorde(n),
door:
- meermalen via What’s App berichten te versturen naar die [naam 2] waarin aan
[naam 2] wordt gevraagd geld over te maken en/of geld te geven en daarbij te
zeggen dat zij, verdachten, na betaling, (gevoelige) informatie die verdachte(n) over
[naam 2] beschikken zullen verwijderen en/of
- zich naar de woning gelegen aan de [adres 2] van die [naam 2] te
begeven en/of
- (vervolgens) bij die woning aan te bellen en/of zich (met kracht) de toegang tot die
woning te verschaffen en/of
- die [naam 2] naar de keuken te sommeren en/of te zeggen dat die [naam 2]
zijn telefoon moest pakken en aan de verdachte(n) te geven en/of
- tegen die [naam 2] te zeggen: 'Als u niks doet, dan gebeurt er niks met u' en/of
- meermalen met kracht die [naam 2] vast te pakken en/of
- de pincode van zijn bank app te vragen en/of
- kasten en lades in de woning van die [naam 2] te doorzoeken en hem te vragen
of hij goud heeft en/of
- een of meer betaalverzoeken (te weten een Tikkie) naar (de mobiele telefoon van)
die [naam 2] te versturen en met de bankrekening van die [naam 2] te betalen
en/of
- nadat die [naam 2] trachtte de woning te ontvluchten, met kracht die
[naam 2] naar de grond te trekken en/of (vervolgens) zijn woning in te
trekken/sleuren,
althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke aard en/of strekking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 4 en/of 5 maart
2024 te 's-Gravenhage, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft door:
- het onderhouden van telefonisch contact met medeverdachte(n) en/of
- het optrekken samen met de medeverdachte(n) voorafgaand, gedurende en na de
avond/nacht waarop de overval heeft plaatsgevonden en/of
- het besturen van de vluchtauto;