ECLI:NL:RBDHA:2025:17835
Rechtbank Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling met meerderheidsakkoord van schuldeisers
In deze zaak heeft [partij A] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan [partij B], die niet akkoord ging met het voorstel van [partij A] om zijn schulden te saneren. [partij A] heeft een schuldenlast van € 75.042,87 aan 11 schuldeisers en heeft met hulp van de [gemeente] een schuldregeling aangeboden, waarbij een deel van de vorderingen wordt voldaan en het restant wordt kwijtgescholden. De meerderheid van de schuldeisers heeft ingestemd met het voorstel, maar [partij B] heeft geweigerd. De rechtbank heeft op 25 september 2025 geoordeeld dat het verzoek van [partij A] om een dwangakkoord op te leggen toewijsbaar is, omdat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd en de weigering van [partij B] onredelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorstel het maximaal haalbare is en dat de belangen van de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van [partij B]. De rechtbank heeft [partij B] bevolen in te stemmen met de schuldregeling en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat dit verzoek niet langer aan de orde was. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. drs. J.C.A.T. Frima, rechter, in samenwerking met F.J. Knaap LL.B., griffier.