ECLI:NL:RBDHA:2025:17848

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 september 2025
Publicatiedatum
29 september 2025
Zaaknummer
NL:TZ:2501178:R-RK en NL:TZ:2501179:R-RK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om dwangakkoord in het kader van een schuldregeling met meerdere schuldeisers

In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeisers, Online.nl en [naam 1], die niet akkoord gingen met zijn schuldregeling. De heer [verzoeker] heeft een aanzienlijke schuldenlast van € 160.680,58 opgebouwd bij 24 schuldeisers en heeft met hulp van de gemeente Den Haag een saneringsakkoord aangeboden. Dit voorstel houdt in dat aan de schuldeisers met een recht van voorrang een uitkering van 2,18% wordt aangeboden en aan de gewone schuldeisers 1,09%, met kwijtschelding van het restant van hun vorderingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd en dat het onredelijk is dat Online.nl en [naam 1] weigeren in te stemmen met de aangeboden regeling. De rechtbank heeft de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geconcludeerd dat het voorstel van de heer [verzoeker] het maximaal haalbare is, gezien zijn arbeidsongeschiktheid en de problematische situatie waarin hij zich bevindt. De rechtbank heeft daarom het verzoek om een dwangakkoord toegewezen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummers: NL:TZ:2501178:R-RK en NL:TZ:2501179:R-RK
vonnis van 25 september 2025
in de zaak van:
[verzoeker],
briefadres te [briefadres]
[postcode] [woonplaats] ,
hierna: de heer [verzoeker] ,
tegen
Online.nl,
gevestigd in Luxemburg,
Elbuco B.V. (Skala Home Electronics),
gevestigd te Zaltbommel,
hierna: Elbuco,
en
Maximus Gerechtsdeurwaarders en Incasso B.V. inzake [naam 1],
gevestigd te Barendrecht,
hierna: [naam 1] ,
verweersters.
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Hij heeft een voorstel gedaan aan zijn schuldeisers, waarbij een deel van de vordering(en) wordt voldaan en het resterende deel door de schuldeiser wordt kwijtgescholden. Omdat niet alle schuldeisers met dit voorstel hebben ingestemd, heeft de heer [verzoeker] de rechtbank verzocht het aangeboden akkoord dwingend op te leggen. Dit verzoek wordt door de rechtbank toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De feiten waar de rechtbank van uit gaat

1.1.
De heer [verzoeker] heeft de afgelopen jaren een schuldenlast opgebouwd van
€ 160.680,58 aan 24 schuldeisers. Het is de heer [verzoeker] niet gelukt om zelf een oplossing te vinden voor deze schulden. Met behulp van de gemeente Den Haag heeft hij op 12 juni 2025 een schuldregeling aangeboden (saneringsakkoord). Dit voorstel houdt in dat aan de schuldeisers met een recht van voorrang een uitkering ineens wordt aangeboden van 2,18% en aan de gewone schuldeisers een uitkering ineens van 1,09%, tegen kwijtschelding van het restant van hun vorderingen.
1.2.
Online.nl is niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heer [verzoeker] heeft een schuld aan Online.nl van € 240,00. Dat is 0,15% van de totale schuldenlast.
1.3.
[naam 1] is niet akkoord gegaan met het voorstel. De heer [verzoeker] heeft een schuld aan [naam 1] van € 111.062,15. Dat is 69,12% van de totale schuldenlast.
1.4.
De overige 22 schuldeisers hebben het aanbod (inmiddels) aanvaard.
1.5.
Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] bij de rechtbank twee verzoeken ingediend. In de eerste plaats wil hij dat de rechtbank Online.nl en [naam 1] dwingt mee te werken aan de schuldregeling (een dwangakkoord oplegt). Wanneer de rechtbank dit verzoek afwijst, wil hij worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).

2.De procedure

2.1.
Bij brief van 18 augustus 2025 heeft Elbuco laten weten alsnog akkoord te gaan met het voorstel dat door verzoeker is gedaan.
2.2.
De verzoeken van de heer [verzoeker] zijn behandeld op de zitting van 18 september 2025. Op deze zitting zijn verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- [naam 2] , schuldhulpverlener van de gemeente Den Haag,
- [naam 3] , beschermingsbewindvoerder van Stedam Bewind B.V.
2.3.
Online.nl en [naam 1] zijn opgeroepen, maar niet op de zitting verschenen. [naam 1] heeft schriftelijk verweer gevoerd.

3.Standpunten van partijen

3.1.
Met het akkoord van Elbuco richt het verzoek zich niet langer richt tegen deze schuldeiser.
3.2.
De heer [verzoeker] stelt dat het onredelijk is dat Online en [naam 1] het aanbod niet aanvaarden. De schuldenlast is problematisch. De heer [verzoeker] heeft al het mogelijke gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden en hij kan niet meer aanbieden dan hij heeft gedaan. Door het voorstel te weigeren schaden Online.nl en [naam 1] het belang van de overige schuldeisers, die wel meewerken. Bij een algeheel akkoord wordt direct tot uitbetaling overgegaan.
3.3.
Online.nl heeft haar standpunt niet kenbaar gemaakt aan de rechtbank.
3.4.
[naam 1] stemt samengevat om de volgende redenen niet in met de aangeboden
schuldregeling. De vordering komt voort uit een niet nagekomen koopovereenkomst. De heer [verzoeker] heeft hier nooit enige betaling op gedaan, schuld betuigd noch verantwoordelijkheid genomen. In verband met de controle op de inspanningsplicht wordt de voorkeur gegeven aan de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).

4.De beoordeling van de verzoeken

4.1.
De rechtbank zal het verzoek van de heer [verzoeker] om een dwangakkoord op te leggen toewijzen. Hieronder wordt dit oordeel toegelicht.
Het beoordelingskader van een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord
4.2.
Een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord kan worden toegewezen als aan twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de rechtbank vaststellen dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door een daartoe bevoegde instantie. Ten tweede moet de rechtbank aan de hand van een belangenafweging vaststellen dat het onredelijk is dat Online.nl en [naam 1] weigeren in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.
De schuldbemiddeling moet zijn uitgevoerd door een bevoegde instantie
4.3.
De rechtbank stelt vast dat de schuldbemiddeling is uitgevoerd door de gemeente
Den Haag. Dat betekent dat wordt voldaan aan de door wet gestelde voorwaarden, namelijk dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij. Het voorstel is naar het oordeel van de rechtbank bovendien goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank moet een belangenafweging maken
4.4.
Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser vrijstaat om te verlangen dat zijn vordering volledig wordt betaald. Tegelijkertijd is het belangrijk dat mensen met problematische schulden zicht hebben op een schuldenvrije toekomst. De wetgever biedt daar verschillende regelingen voor, waarbij mensen met schulden zich maximaal moeten inspannen om zo veel mogelijk af te lossen en daarna schuldenvrij verder kunnen. Schuldeisers moeten dan vaak wel afstand doen van een (groot) deel van hun vordering. Daarom kunnen schuldeisers alleen onder bijzondere omstandigheden gedwongen worden om in te stemmen met een aangeboden schuldregeling.
4.5.
De rechtbank kan een zogenaamd ‘dwangakkoord’ opleggen wanneer de weigering van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden onredelijk is. Om te kunnen beoordelen of dat het geval is, moet de rechtbank de belangen van alle betrokkenen afwegen: van de verzoeker zelf, van de weigerende schuldeisers) en van de schuldeisers die wél hebben ingestemd. Op basis van die belangenafweging is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat een dwangakkoord hier op zijn plaats is.
De heer [verzoeker] heeft het maximaal haalbare voorstel gedaan
4.6.
Het voorstel dat de heer [verzoeker] aan zijn schuldeisers heeft gedaan is het maximaal haalbare. Een beter voorstel is niet mogelijk. De heer [verzoeker] is dakloos en ontvangt sinds geruime tijd een PW-uitkering (daklozennorm). Hij kampt met verslavingsproblematiek. Door de gemeente Den Haag is hij vrijgesteld van zijn sollicitatieplicht. Uit het overgelegde sociaal medisch advies van 21 juli 2025 van Calder Werkt volgt dat sprake is psychische en lichamelijke problematiek en de heer [verzoeker] duurzaam volledig arbeidsongeschikt is. De heer [verzoeker] kampt sinds 2006 met schulden. De laatste schuld is in 2022 ontstaan. De heer [verzoeker] heeft sinds 10 november 2023 beschermingsbewind, dat op grond van de lichamelijke of geestelijke toestand is ingesteld. De (financiële) situatie is stabiel. Het aanbod dat de heer [verzoeker] doet op basis van de inkomsten uit zijn PW-uitkering is verhoogd met een bedrag aan vermogen van € 1.160,80.
Deze regeling is in het belang van de andere schuldeisers
4.7.
De vorderingen van Online.nl en [naam 1] bedragen met 69,27% een aanzienlijk deel van de totale schuldenlast. Dat brengt aan de ene kant mee dat niet snel kan worden geoordeeld dat het onredelijk is dat zij hebben geweigerd met de schuldregeling in te stemmen. Tegelijk kent de wet niet een bijzondere positie toe aan schuldeisers die een groot deel van de schuldenlast vertegenwoordigen. De rechtbank kan dus het dwangakkoord ook toewijzen wanneer de weigerende schuldeisers het grootste deel van de schuldenlast vertegenwoordigen. In dit geval is van belang dat de meerderheid van de schuldeisers (namelijk 22 van de 24 schuldeisers), die samen 30,73% van de totale schuldenlast vertegenwoordigen, wél met de aangeboden regeling hebben ingestemd. Bovendien zijn de schulden aan verweersters al in 2020 (Online.nl) en 2008 ( [naam 1] ) ontstaan en betreft de schuld aan [naam 1] een boetebeding die de heer [verzoeker] is opgelegd bij de mislukte aankoop van een woning. De oorspronkelijke vordering van [naam 1] was, zo verklaarde de heer [verzoeker] desgevraagd ter zitting, minder dan de helft van de oorspronkelijke vordering.
4.8.
Uit de bij het verzoekschrift gevoegde stukken blijkt dat het dwangakkoord voor alle schuldeisers tot een gunstiger resultaat leidt dan de WSNP. Toepassing van de WSNP leidt tot hoge kosten, doordat de vergoeding van de bewindvoerder uit het gespaarde saldo wordt voldaan. Hierdoor blijft een lagere uitkering voor de schuldeisers over. Het aangeboden akkoord wordt op korte termijn aan de schuldeisers overgemaakt, zodat zij het dossier kunnen sluiten.
Argumenten van [naam 1]
4.9.
heeft nog aangevoerd dat in verband met de controle op de vereiste inspanning de voorkeur wordt gegeven aan de WSNP. De rechtbank neemt in aanmerking dat er van kan worden uitgegaan dat hier ook bij de uitvoering van de buitengerechtelijke regeling op zal worden toegezien, voor zover dat gelet op de arbeidsongeschikt van de heer [verzoeker] van toepassing is.
Het WSNP-verzoek is niet langer aan de orde
4.10.
Omdat het verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord zal worden toegewezen, heeft de heer [verzoeker] geen belang meer bij zijn verzoek om te worden toegelaten tot de WSNP. Dat verzoek zal daarom worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Online.nl en [naam 1] in te stemmen met de onder 1.1 bedoelde schuldregeling;
- wijst het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling af.
Dit is een beslissing van mr. drs. J.C.A.T. Frima, rechter, in samenwerking met
F.J. Knaap LL.B., griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 september 2025.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die in het ongelijk is gesteld gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.