4.3.Gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2022172810, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Alphen a/d Rijn - Gouda, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 182).
1. Het proces-verbaal van aangifte [aangever] , opgemaakt op 31 augustus 2022, voor zover inhoudende (p. 9-13):
Ik doe aangifte van het onttrekken van een minderjarige uit het ouderlijk gezag.
Het gaat hier om mijn dochter [de minderjarige] , geboren [geboortedatum 2] 2020, te [geboorteplaats] , Zweden. Haar moeder [de verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1992 te [geboorteplaats] Zweden, heeft namelijk eenzijdig besloten haar mee te nemen naar Zweden. Zowel [de verdachte] als ik hebben het gezamenlijk gezag. Deze gezagsregistratie staat niet in Nederland geregistreerd, maar wel in Zweden. Wij zijn samen van Zweden naar Nederland verhuisd en [de verdachte] en [de minderjarige] ook hier ingeschreven per 3 maart 2020. Hierdoor is het gezamenlijk gezag automatisch mee verhuisd.
2. Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [aangever] , opgemaakt op 1 december 2022, voor zover inhoudende (p. 40-47):
08-11-2022
Mijn Zweedse Advocaat belde op en vermelde mij dat de Zweedse Politie vandaag het kind gaan ophalen.
De teamleider van de speciale eenheid belt mij op en vermeld dat ze mijn dochter hebben en dat ze onderweg zijn naar mij.
3. Het geschrift, te weten een Definitief Vonnis d.d. 14 oktober 2022 gewezen te Stockholm, Zweden, door Stockholms Tingsrätt en vertaald door een beëdigd tolk voor zover inhoudende (p. 48-63):
Eiser
[aangever] , [geboortedatum 3] 1992
[adres 2]
[postcode 2] [woonplaats 2]
Gedaagde
[de verdachte] , [persoonsnummer 1]
Inzake
Teruggeleiding van kind
[de minderjarige] , [persoonsnummer 2] , moet worden teruggeleid naar [aangever] . De teruggeleiding dient uiterlijk op 4 november 2022 plaats te vinden in Stockholm.
De arrondissementsrechtbank wijst erop dat de beslissing onder punt l met onmiddellijke ingang van kracht is (zie § 21 van de Zweedse wet [1989:14] inzake erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse aangelegenheden betreffende het gezag over kinderen en de terugkeer van kinderen, alsook H. 21, § 14 van de Zweedse ouderschapswet/föraldrabalken).
Het staat onomstotelijk vast dat [aangever] en [de verdachte] in Nederland gezamenlijk het gezag over [de minderjarige] hadden en uit het onderzoek blijkt dat [aangever] zijn recht op verzorging van het kind heeft uitgeoefend. Voorts blijkt uit de door partijen verstrekte informatie dat [aangever] er niet mee heeft ingestemd dat [de verdachte] met [de minderjarige] naar Zweden zou reizen om zich hier met haar te vestigen. Het overbrengen en vasthouden is derhalve in strijd met zijn gezagsrecht over haar.
4. Het geschrift, te weten een uitdraai van het volksregister, voor zover inhoudende (p. 29):
Följande uppgifter är registrerade i folkbokföringsdatabasen
Personnummer [persoonsnummer 2]
Namn [de minderjarige]
Folkbokföring Folkbokförd 2020-01-12
Län [plaats]
Kommun [plaats]
Vardnadshavare
[persoonsnummer 1]
[de verdachte]
[persoonsnummer 3]
[aangever]
5. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [de verdachte] , opgemaakt op 27 mei 2023, voor zover inhoudende (p. 170-176):
Volgens de ambassade van Zweden had ik de volledige voogdij in 2 landen in Nederland en Zweden en daarom ben ik ook naar Zweden gegaan. Ik boekte de vlucht en 4 dagen later heeft [aangever] contact opgenomen met de vrouwenopvang en die weer met de ambassade. Toen hebben ze het nog een keer gecheckt en toen stond er dat we beide de voogdij hadden.