ECLI:NL:RBDHA:2025:17895
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag van Syriër
In deze zaak heeft eiser, een Syriër, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is op 20 september 2024 ingediend, en volgens de wet moet de minister binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de beslistermijn aanvankelijk had verlengd, maar deze verlenging is later ingetrokken. Hierdoor gold er weer een beslistermijn van zes maanden voor asielaanvragen die na 1 januari 2024 zijn ingediend. Eiser heeft de minister op 22 juli 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling te vroeg is ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken was. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 15 september 2025 openbaar gemaakt.