In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 september 2025 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, de ouders voldoende hulpverlening accepteren om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De ouders hebben hun bereidheid getoond om hulp te aanvaarden, zowel in een gedwongen als vrijwillig kader. De kinderrechter heeft de eerdere ondertoezichtstelling, die liep tot 21 september 2025, in overweging genomen en geconcludeerd dat de gronden voor verlenging niet meer voldoende aanwezig zijn. De ouders hebben zelf stappen ondernomen om de situatie te verbeteren, waaronder het inschakelen van hulp bij het opruimen van hun huis en het zoeken naar medische hulp voor hun kinderen. De kinderrechter heeft daarom het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen, met de mogelijkheid voor de ouders om de hulpverlening voort te zetten in een vrijwillig kader.