ECLI:NL:RBDHA:2025:17925
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag van Syriër
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van een eiser, afkomstig uit Syrië, die zich beklaagde over het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag was op 20 oktober 2023 ingediend, en volgens de wet moet de minister binnen zes maanden beslissen. Deze termijn was echter verlengd met negen maanden, waardoor de minister uiterlijk op 20 juli 2025 had moeten beslissen. De eiser heeft de minister op 27 juni 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelde dat deze ingebrekestelling te vroeg was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor werd het beroep van de eiser als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 3 september 2025 openbaar gemaakt.