ECLI:NL:RBDHA:2025:17943
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag van Syriër
In deze zaak heeft eiser, een Syriër, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is op 27 oktober 2024 ingediend, en volgens de wet moet de minister binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag een beslissing nemen. Echter, de minister had de beslistermijn aanvankelijk verlengd, maar deze verlenging werd later ingetrokken, waardoor de standaard beslistermijn van zes maanden weer van toepassing werd. Gedurende een besluitmoratorium voor Syrië, dat van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025 gold, werden asielaanvragen van Syriërs niet behandeld. Dit leidde tot een verlenging van de beslistermijn voor aanvragen die tijdens het moratorium waren ingediend. Eiser heeft de minister op 10 juli 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling te vroeg was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 12 september 2025 openbaar gemaakt.