Uitspraak
1.De procedure
- een e-mail van 15 januari 2025 van RdGG;
- een tweetal e-mails van 17 januari 2025 en 27 februari 2025 van [verzoeker] ;
- een brief van 19 maart 2025 van [verzoeker] , met producties 9 en 10.
2.De beoordeling
Inleiding
3.De beslissing
[adres]
[postcode] [plaats]
telefoon: [telefoonnummer]
e-mail: [e-mailadres]
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie);
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
uiterlijk zes maandenna deze beslissing een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren (met vermelding van het zaaknummer), onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;
- dat uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- dat de deskundige [verzoeker] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [verzoeker] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [verzoeker] (eventueel in een gesloten envelop via zijn advocaat) moet toesturen en [verzoeker] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of hij gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [verzoeker] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
- dat, indien [verzoeker] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
- dat, indien [verzoeker] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden;