ECLI:NL:RBDHA:2025:1795
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op de asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 25 november 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 10 augustus 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 10 februari 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat op grond van artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had een asielaanvraag ingediend en de wettelijke beslistermijn van zes maanden zou op 10 februari 2024 eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn met negen maanden verlengd, waardoor de beslistermijn pas op 10 november 2024 zou eindigen. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was. Aangezien de ingebrekestelling van eiser op 7 november 2024 was ingediend, was deze te vroeg, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.