ECLI:NL:RBDHA:2025:1798

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
NL24.40050
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van Afghaanse nationaliteit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, een man van Afghaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie op 11 oktober 2024 afgewezen, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 14 januari 2025 was de verzoeker afwezig, maar de minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoeker van Afghaanse nationaliteit is en geboren in 2000. Tevens is op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL24.40049) die verband houdt met het verzoek om voorlopige voorziening. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 februari 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.40050
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M.L. Saija),

en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: N. Schoonbrood).

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.40049, op 14 januari 2025 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt van Afghaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 2000.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.40049, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P. Bruins, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
04 februari 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.