ECLI:NL:RBDHA:2025:18044

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
1 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.29519
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en prematuur beroep tegen niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.S. Dunant Maurits, heeft een beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op haar asielaanvraag van 29 augustus 2023. Dit beroep volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank in Zwolle, waarin de minister was opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen op de asielaanvraag.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep prematuur is ingediend, omdat de nadere beslistermijn van twee weken, zoals bepaald in de eerdere uitspraak van 24 juni 2025, nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep niet ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden aan eiseres, aangezien het beroep niet aan de vereisten voldoet.

De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.29519

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
mede namens de minderjarige kinderen:

[naam],geboren op [geboortedatum],

[naam],geboren op [geboortedatum],

[naam],

geboren op [geboortedatum],
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. In een eerdere procedure heeft deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle, het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond verklaard. De minister moest binnen een termijn van twee weken alsnog een besluit nemen op de asielaanvraag.
1.1.
Deze uitspraak gaat over het tweede beroep dat eiser heeft ingediend, omdat de minister niet op tijd zou hebben beslist op de asielaanvraag van 29 augustus 2023.
1.2.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond?
2. De rechtbank stelt vast dat eiseres beroep heeft ingesteld terwijl de nadere beslistermijn van twee weken zoals bepaald door de rechtbank in de uitspraak van 24 juni 2025 nog niet was verstreken. Het beroep is te vroeg en dus prematuur ingediend en voldoet daarom niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen. [2]

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. De minister hoeft de proceskosten niet aan eiseres te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van A.S. van der Veen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Zoals bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.