Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbankOvergangsrecht omgevingswet
Totstandkoming van het bestreden besluit
“Een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de wet is niet vereist, indien deze activiteit betrekking heeft op een verandering van een bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen: […] d. geen uitbreiding van het bouwvolume.”Artikel 1, tweede lid, aanhef en onder c, van bijlage II van het Bor bepaalt:
“Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in deze bijlage in m of m2 zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten: […] c. maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.”. De steunen van de airco-units steken 47-48 cm uit ten opzichte van de bouwgevel en kunnen dus als uitstekende delen van ondergeschikte aard worden aangemerkt, waardoor deze bij de maatvoering buiten beschouwing blijven. Op grond van deze bepaling leidt het plaatsen van de airco-units niet tot een uitbreiding van het bouwvolume van de woning en valt het bouwplan daarmee onder het toepassingsbereik van artikel 3, aanhef en achtste lid, van bijlage II van het Bor.
“Nieuw is het vereiste dat geen uitbreiding van het bouwvolume mag plaatsvinden. Het aanbrengen van uitbreidingen op bestaande bouwlagen valt derhalve niet onder deze regeling. Ook hier geldt evenwel, onder verwijzing naar artikel 1, tweede lid, onderdeel c, dat uitstekende delen van ondergeschikte aard buiten beschouwing blijven. Het is dus toegestaan dat ventilatie- of rookgasafvoerpijpjes, kleine schoorstenen en andersoortige veranderingen en toevoegingen worden aangebracht.”De rechtbank ziet op basis van deze toelichting geen aanleiding voor een ander oordeel dan dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om ook bij de bepaling van het bouwvolume, uitsteeksels van ondergeschikte aard buiten beschouwing te laten. De rechtbank volgt dus de uitleg van het college zoals gegeven in het bestreden besluit en is met het college van oordeel dat het plaatsen van drie airco-units aan de achtergevel van de [adres 1] vergunningsvrij is.