ECLI:NL:RBDHA:2025:18187
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met toepassing van besluit- en vertrekmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, een Syrische vreemdeling, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft de aanvraag op 9 december 2023 ontvangen en had uiterlijk binnen zes maanden moeten beslissen. Echter, deze termijn is verlengd met negen maanden op basis van WBV 2023/34, en bovendien gold er een besluitmoratorium voor Syrië van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025, waardoor de beslistermijn voor asielaanvragen van vreemdelingen uit Syrië met één jaar is verlengd. Eiser heeft de minister op 14 maart 2025 in gebreke gesteld en op 26 juni 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling en het beroep, waardoor deze prematuur zijn ingediend. De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. O. Veldman, rechter, en is openbaar gemaakt op 27 augustus 2025.