Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: S. Faddach).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De eiser, van Roemeense nationaliteit, had tegen het besluit van 19 augustus 2025 beroep ingesteld, waarbij de minister de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de maatregel op 2 september 2025 heeft opgeheven, waardoor de beoordeling zich beperkte tot de vraag of de eiser recht heeft op schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat de tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring onrechtmatig was geweest, maar dat de minister voldoende gronden had om de maatregel te rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgrond van de eiser niet slaagde en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier T. Rommes, en werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.