Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: S. Faddach).
Procesverloop
Overwegingen
Bewaringsgronden
Ambtshalve toets
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd aan een Franse vreemdeling. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. N.A.P. Heesterbeek, stelde dat hij onterecht was opgehouden en dat de minister geen lichter middel had toegepast, ondanks dat hij over voldoende middelen beschikte om zijn terugkeer naar Frankrijk te regelen. De rechtbank heeft de argumenten van de vreemdeling beoordeeld, waaronder de vraag of de minister de juiste grondslag had gebruikt voor de ophouding en of de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende gronden had om de maatregel te handhaven, en dat de vreemdeling zich niet aan het toezicht had willen onttrekken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.