ECLI:NL:RBDHA:2025:18250

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 september 2025
Publicatiedatum
3 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/665581 / FA RK 24-3107
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoofdverblijfplaats en zorgregeling in een ouderschapsconflict met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 september 2025 een beschikking gegeven in een ouderschapsconflict tussen de vader en de moeder van twee minderjarigen. De vader had verzocht om wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen, waarbij hij wilde dat [minderjarige 1] bij hem zou wonen en [minderjarige 2] bij de moeder. De moeder heeft hiertegen verweer gevoerd, stellende dat er geen reden was om de huidige regeling te wijzigen, die tijdens de echtscheiding was vastgesteld. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek te verrichten naar de zorgregeling en de hoofdverblijfplaats van de kinderen. De Raad heeft geadviseerd om de zorgregeling te delen, waarbij de kinderen in de weekenden om en om bij de ouders verblijven. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om samen te werken aan de zorgregeling en hen verwezen naar ouderschapsbemiddeling. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de hoofdverblijfplaats van de kinderen niet te wijzigen, omdat de ouders eerder bewust voor deze regeling hadden gekozen en het belang van de kinderen niet in gevaar kwam. De rechtbank heeft de zorgregeling vastgesteld en de ouders de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan een traject voor ouderschapsbemiddeling.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummers: FA RK 24-3107 (hoofdverblijfplaats en zorgregeling)
FA RK 24-2259 (informele rechtsingang)
Zaaknummers: C/09/665581 (hoofdverblijfplaats en zorgregeling)
C/09/663827 (informele rechtsingang)
Datum beschikking: 9 september 2025

Hoofdverblijfplaats en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Informele rechtsingang

Beschikking op het op 1 mei 2024 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. L.E. de Jong te Zoeterwoude.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Smeets te Venlo.

En beschikking op de op 2 april 2024 ingekomen brief van de minderjarige:

[minderjarige 1] ,

hierna: [minderjarige 1] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
waarbij de vader en de moeder voornoemd als belanghebbenden worden aangemerkt.

Procedure

Bij beschikking van deze rechtbank van 11 juli 2024 is, voor zover hier relevant:
  • de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) verzocht om een onderzoek te verrichten in de vorm van een netwerkberaad;
  • indien het netwerkberaad leidt tot het behalen van de in de beschikking genoemde doelen, de Raad verzocht daarvan schriftelijk verslag te doen aan de rechtbank;
  • indien het netwerkberaad niet leidt tot het behalen van de doelen, de Raad verzocht een regulier onderzoek te verrichten dat antwoord dient te geven op de vraag welke hoofdverblijfplaats en zorgregeling in het belang van de minderjarigen is te achten;
  • iedere verdere beslissing ten aanzien van de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling aangehouden tot 1 januari 2025 pro forma.
De rechtbank heeft wederom kennisgenomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • de brief van de Raad van 19 juli 2024;
  • het rapport en advies van de Raad van 6 januari 2025, kenmerk SK-1-5YUE0BD;
  • het F9-formulier van 21 januari 2025 van de vader, met brief;
  • het F9-formulier van 23 januari 2025 van de moeder, met brief;
  • het rapport en advies van de Raad van 27 mei 2025, kenmerk SK-1-62NW1C6.
De minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.
Op 21 augustus 2025 is de behandeling ter zitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de advocaat van de moeder;
  • [naam] namens de Raad.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen en beslist.
Hoofdverblijfplaats en zorgregeling
De Raad heeft na het verrichten van een onderzoek een advies uitgebracht over de zorgregeling.
De Raad adviseert de zorgregeling met betrekking tot [minderjarige 1] als volgt:
  • op maandag, dinsdag en woensdag tot aanvang school verblijft [minderjarige 1] bij de moeder, waarna [minderjarige 1] op woensdag na school naar de vader gaat;
  • op donderdag en vrijdag verblijft [minderjarige 1] bij de vader;
  • in de oneven jaren de even weekenden en in de even jaren de oneven weekenden verblijft [minderjarige 1] bij de vader, waarna zij op zondag om 19.00 uur naar de moeder gaat;
  • in de oneven jaren de oneven weekenden en in de even jaren de even weekenden verblijft [minderjarige 1] bij de vader, waarbij zij op vrijdag om 19.00 uur naar de moeder gaat.
De Raad adviseert de zorgregeling met [minderjarige 2] , ingaand na het hulpverleningstraject door het Jeugdteam, als volgt:
  • [minderjarige 2] en de vader zien elkaar onder begeleiding van het Jeugdteam, waarbij op den duur toegewerkt wordt naar de volgende regeling:
  • op maandag, dinsdag en woensdag tot aanvang school verblijft [minderjarige 2] bij de moeder, waarna [minderjarige 2] op woensdag na school naar de vader gaat;
  • op donderdag en vrijdag verblijft [minderjarige 2] bij de vader;
  • in de oneven jaren de even weekenden en in de even jaren de oneven weekenden verblijft [minderjarige 2] bij de vader, waarna zij op zondag om 19.00 uur naar de moeder gaat;
  • in de oneven jaren de oneven weekenden en in de even jaren de even weekenden verblijft [minderjarige 2] bij de vader, waarbij zij op vrijdag om 19.00 uur naar de moeder gaat.
De rechtbank stelt vast dat de Raad en de ouders voor ogen hebben dat de zorg voor de kinderen (uiteindelijk) weer bij helfte tussen de ouders zal worden gedeeld. Dit betekent dat ook de zorg in de weekenden bij helfte gedeeld zal worden. De Raad heeft zich vergist door voor beide kinderen te adviseren dat zij alle weekenden bij de vader zullen zijn. Dat er sprake is van een vergissing volgt ook uit de woorden “…waarbij zij op vrijdag om 19.00 uur naar de moeder gaat.”. De rechtbank begrijpt daarom het advies van de Raad aldus dat de kinderen in de oneven jaren de oneven weekenden en in de even jaren de even weekenden bij de moeder verblijven, waarbij zij op vrijdag om 19.00 uur naar de moeder gaan.
Zowel beide kinderen als de moeder en de vader kunnen zich hierin vinden, zodat de rechtbank deze zorgregeling zal vaststellen als definitieve regeling waar naartoe gewerkt zal worden. Niet gebleken is dat het belang van de kinderen zich daartegen verzet. Ten aanzien van de praktische uitvoerbaarheid geeft de rechtbank de ouders mee dat beide ouders zich moeten inzetten voor de contactmomenten. De vader moet initiatief nemen om het jeugdteam te benaderen voor de begeleiding bij het opstarten van het contact, om de zorgregeling daarna op gang te kunnen brengen. De rechtbank verwacht dat de vader hiervoor zelf het jeugdteam zal benaderen.
Verder heeft de vader op de zitting toegezegd dat hij bij het vaststellen van de definitieve zorgregeling in deze beschikking niet direct in een kort geding procedure nakoming zal vorderen. De ouders moeten onderling en met behulp van het jeugdteam zoeken naar een oplossing om toe te werken naar de zorgregeling en daaraan uitvoering te kunnen geven.
De rechtbank zal deze regeling vastleggen in een eindbeschikking omdat de ouders en de kinderen behoefte hebben aan duidelijkheid. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de beslissing aan te houden.
Ten aanzien van de hoofdverblijfplaats overweegt de rechtbank als volgt. De vader heeft verzocht om het hoofdverblijf van de kinderen om te wisselen zodat voortaan [minderjarige 1] het hoofdverblijf bij de vader krijgt en [minderjarige 2] het hoofdverblijf bij de moeder zal hebben. De moeder heeft verweer gevoerd en naar voren gebracht dat er geen reden is om het hoofdverblijf te wijzigen, omdat de ouders ten tijde van de echtscheiding in het ouderschapsplan bewust hebben gekozen voor de huidige situatie waarbij [minderjarige 1] op het adres van de moeder en [minderjarige 2] op het adres van de vader staat ingeschreven. De Raad heeft geen advies uitgebracht over het al dan niet wijzigen van de hoofdverblijfplaats van de kinderen. De ouders hebben destijds in het ouderschapsplan bewust de keuze gemaakt om de zorg voor de kinderen bij helfte te delen, bij elke ouder een kind in te schrijven en dit kind bij de desbetreffende ouder het hoofdverblijf te laten hebben. Nu de zorg voor de kinderen (op termijn) weer bij helfte zal worden gedeeld, ziet de rechtbank geen aanleiding om de hoofdverblijfplaats van de kinderen te wijzigen en zal daarom het verzoek op dit punt afwijzen.
Doorverwijzing ouderschapsbemiddeling / parallel (solo) ouderschap
De Raad adviseert dat de ouders hulpverlening krijgen vanuit het traject Parallel Solo Ouderschap.
De vader heeft op de zitting de bereidheid uitgesproken om deel te nemen aan het traject ouderschapsbemiddeling / parallel (solo) ouderschap en de moeder had haar bereidheid al eerder kenbaar gemaakt. De rechtbank zal de ouders in de gelegenheid stellen deel te nemen aan dit traject, zoals blijkt uit het proces-verbaal van doorverwijzing dat aan deze beschikking is gehecht. Dit proces-verbaal is al per email verzonden naar Jeugdteams Leidse Regio voor deelname aan voornoemd traject en/of training en aanmelding bij de betreffende uitvoerende hulpverleningsinstantie. De rechtbank zal (een kennisgeving van) deze beschikking per post zenden aan Jeugdteams Leidse Regio.
De rechtbank zal de zaak niet langer aanhouden in afwachting van het verloop van dit traject. Partijen en de kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid en dat zal de rechtbank hen bieden middels deze eindbeschikking. Het verbeteren van de invulling van het ouderschap ligt in de handen van de ouders.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van deze rechtbank van 25 april 2022 – :
*
bepaalt als zorgregeling met betrekking tot de minderjarige [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2011 te [geboorteplaats] , als volgt:
  • op maandag, dinsdag en woensdag tot aanvang school verblijft [minderjarige 1] bij de moeder, waarna [minderjarige 1] op woensdag na school naar de vader gaat;
  • op donderdag en vrijdag verblijft [minderjarige 1] bij de vader;
  • in de oneven jaren de even weekenden en in de even jaren de oneven weekenden verblijft [minderjarige 1] bij vader, waarna zij op zondag om 19.00 uur naar de moeder gaat;
  • in de oneven jaren de oneven weekenden en in de even jaren de even weekenden verblijft [minderjarige 1] bij de moeder, waarbij zij op vrijdag om 19.00 uur naar de moeder gaat;
bepaalt als zorgregeling met betrekking tot de minderjarige [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2016 te [geboorteplaats] , als volgt:
  • [minderjarige 2] en vader zien elkaar onder begeleiding van het Jeugdteam, waarbij op den duur toegewerkt wordt naar de volgende regeling:
  • op maandag, dinsdag en woensdag tot aanvang school verblijft [minderjarige 2] bij de moeder, waarna [minderjarige 2] op woensdag na school naar de vader gaat;
  • op donderdag en vrijdag verblijft [minderjarige 2] bij de vader;
  • in de oneven jaren de even weekenden en in de even jaren de oneven weekenden verblijft [minderjarige 2] bij de vader, waarna zij op zondag om 19.00 uur naar de moeder gaat;
  • in de oneven jaren de oneven weekenden en in de even jaren de even weekenden verblijft [minderjarige 2] bij de moeder, waarbij zij op vrijdag om 19.00 uur naar de moeder gaat;
*
stelt vast dat partijen, te weten:
[de vader] (
de vader),
wonende op het adres [adres 1] ( [postcode 1] ) te [woonplaats 1] , gemeente [gemeente] ,
en
[de moeder] (
de moeder),
wonende op het adres [adres 2] ( [postcode 2] ) te [woonplaats 2] ,
bij (aangehecht) proces-verbaal van doorverwijzing zijn verwezen naar(De Rotterdamse omgangsbegeleiding voorziet blijkens haar folder in omgangsbegeleiding voor de duur van in beginsel maximaal zes maanden, overeenkomend met acht à negen contacten.) Jeugdteams Leidse Regio voor deelname aan het traject Ouderschapsbemiddeling / Parallel (solo) ouderschap en voor aanmelding bij de uitvoerende hulpverleningsinstantie;
beveelt de griffier binnen twee dagen na heden een afschrift van (de kennisgeving van) deze beschikking te zenden naar:
Jeugdteams Leidse Regio, [adres 3] ;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.D.A. Geleijns, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 september 2025.