ECLI:NL:RBDHA:2025:18252

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2025
Publicatiedatum
3 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/687568 / JE RK 25-1144
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van echtscheiding en zorgregeling

Op 10 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders van de kinderen, die van 2017 tot 2022 met elkaar gehuwd zijn geweest, hebben gezamenlijk gezag over de kinderen. De vader heeft de Nederlandse nationaliteit en de moeder de Colombiaanse. Na de echtscheiding in januari 2022 is bepaald dat de kinderen bij de moeder wonen, met een zorgregeling voor de vader. De kinderrechter heeft op 27 augustus 2025 een zitting gehouden waarbij beide ouders aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten. De Raad voor de Kinderbescherming en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling waren ook aanwezig.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen, die getuige zijn geweest van heftige scheidingsproblematiek. De kinderen hebben wisselend contact met de vader, waarbij het contact de afgelopen negen maanden volledig stil heeft gelegen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er diagnostisch onderzoek nodig is voor [minderjarige 1], die moeite heeft met communiceren en zichzelf verwondt. Voor [minderjarige 2] zijn er ook zorgen, en speltherapie wordt als een mogelijke oplossing gezien.

De kinderrechter heeft besloten om de kinderen voor de duur van één jaar onder toezicht te stellen van de Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, met als doel het contact tussen de vader en de kinderen te herstellen en de nodige hulpverlening te bieden. De beschikking is mondeling gegeven op 27 augustus 2025 en schriftelijk vastgesteld op 10 september 2025. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/687568 / JE RK 25-1144
Datum uitspraak: 10 september 2025

Beschikking van de kinderrechter

Ondertoezichtstelling

in de zaak naar aanleiding van het op 26 juni 2025 ingekomen verzoekschrift van:

de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden (de Raad),

betreffende:
- [minderjarige 1]geboren op [geboortedatum 1] 2019 te [geboorteplaats 1] , [geboorteland] , hierna: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2]geboren op [geboortedatum 2] 2020 te [geboorteplaats 2] , hierna: [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. E.J.W. Schuijlenburg te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg,

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A.F. Mandos te Den Haag.
De kinderrechter merkt als informant aan:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift.
Op 27 augustus 2025 heeft ter zitting van deze rechtbank een
gecombineerde behandelingplaatsgevonden van zowel onderhavig verzoek als het verzoek met betrekking tot het gezag en de omgang/verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (C/09/639696 / FA RK 22-8531). Op dit laatste verzoek wordt afzonderlijk bij beschikking van 10 september 2025 beslist.
Op de zitting zijn verschenen:
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat en vergezeld door de tolk (Spaans) J.L. Smit;
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [naam 1] namens de Raad;
  • [naam 2] namens de gecertificeerde instelling.

Feiten

  • Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest van [dag 1] 2017 tot [dag 2] 2022.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2019 te [geboorteplaats 1] , [geboorteland] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2020 te [geboorteplaats 2] .
  • Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
  • De vader heeft de Nederlandse nationaliteit en de moeder heeft de Colombiaanse nationaliteit.
  • Bij beschikking van deze rechtbank van 26 januari 2022 is de echtscheiding uitgesproken tussen partijen en heeft de rechtbank, voor zover hier relevant, bepaald dat de kinderen de hoofdverblijfplaats hebben bij de moeder en dat er een zorgregeling geldt, inhoudende dat de kinderen elke zondag van 10.00 uur tot 17.00 uur bij de vader verblijven.
  • Bij beschikking van deze rechtbank van 10 september 2025 in de procedure met zaak- en rekestnummer heeft de rechtbank bepaald dat:
  • het contact tussen de vader en de kinderen
  • iedere verdere beslissing ten aanzien van het gezag, de beëindiging van de zorgregeling/ontzeggen omgangsregeling, de definitieve zorgregeling c.q. omgangsregeling en de informatieregeling zal worden aangehouden tot 1 juli 2026 pro forma.

Verzoek

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de periode van één jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder en de vader hebben ingestemd met het verzochte, althans hebben zich niet tegen toewijzing daarvan verzet.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:255, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn.
Met de Raad is de kinderrechter van oordeel dat sprake is van een ernstige bedreigde ontwikkeling van de kinderen, omdat zij oor- en ooggetuige geweest zijn van heftige scheidingsproblematiek. Sinds de ouders uit elkaar zijn hebben de kinderen wisselend contact met de vader waarbij meerdere perioden het contact volledig stil ligt. [minderjarige 1] heeft moeite zich te uiten en spreekt niet. Hij kan bij spanning zijn gezicht tot bloedens toe openkrabben. Het is onbekend waar dit precies vandaan komt. Er is diagnostisch onderzoek nodig met als doel meer zicht te krijgen op zijn problematiek en vervolgens passend onderwijs in te zetten. Dit is tot heden nog niet van de grond gekomen. [minderjarige 2] lijkt zich ogenschijnlijk goed te ontwikkelen maar ook over haar zijn nog zorgen. Speltherapie zou [minderjarige 2] kunnen helpen om nare herinneringen van de scheiding te verwerken en een plek te geven. De kinderen lijden onder de strijd tussen de ouders, waardoor zij geen onbelast contact kunnen hebben met de andere ouder. Dat heeft erin geresulteerd dat de kinderen nu al negen maanden de vader niet hebben gezien en dat contact tussen hen niet tot stand komt. Begeleid contactherstel tussen de vader en de kinderen en ook noodzakelijke hulpverlening voor [minderjarige 1] (diagnostisch onderzoek) stagneert.
Naar het oordeel van de kinderrechter is een jeugdbeschermer nog steeds noodzakelijk om de regie te nemen in het organiseren van het (begeleid) contactherstel tussen de vader en de kinderen en om ervoor te zorgen dat de kinderen de juiste hulpverlening krijgen. Daarbij acht de kinderrechter het met de Raad in het belang van de kinderen dat de eerste paar momenten van contactherstel begeleid worden, eventueel door de jeugdbeschermer, maar dat daarna wordt toegewerkt naar onbegeleid contact tussen de vader en de kinderen. Hierbij zijn de kinderen uiteraard leidend. Het tempo in opbouw zal van hen afhankelijk zijn.
Eventueel kan de jeugdbeschermer de ouders ook begeleiden in het opstellen van een informatieregeling waarbij de moeder aan de vader informatie over de kinderen stuurt.
Met de Raad vindt de kinderrechter een ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar passend. Het contact kan in die periode worden hersteld en gemonitord kan worden naar welke definitieve zorgregeling moet worden toegewerkt. Tijdens de ondertoezichtstelling moet naar het oordeel van de kinderrechter ook goed vinger aan de pols gehouden worden met betrekking tot de hulpverlening voor [minderjarige 1] en (eventueel) [minderjarige 2] .

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige 1] en [minderjarige 2] van 27 augustus 2025 tot 27 augustus 2026 onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2025 door mr. A.S. Perniciaro, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.P. Bas als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 september 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.