ECLI:NL:RBDHA:2025:18293

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 oktober 2025
Publicatiedatum
3 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.32638 en NL25.32640
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid België

Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL25.32638 en NL25.32640, waarbij de voorzieningenrechter, N.M. van Waterschoot, een verzoek om voorlopige voorziening heeft afgewezen. De verzoekers, een Nigeriaans gezin, hadden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de minister van Asiel en Migratie had deze aanvragen niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielverzoeken.

De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 29 september 2025, waar de verzoekers, hun gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek op de zitting gesloten.

In de uitspraak van dezelfde dag in de zaken NL25.32637 en NL25.32639 heeft de rechtbank de beroepen ongegrond verklaard, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.32638 en NL25.32640

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1], verzoeker,

geboren op [geboortedatum 1],
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 1],

[naam 2], verzoekster,

geboren op [geboortedatum 2],
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 2],
mede namens hun minderjarige kinderen:

[naam 3],

geboren op [geboortedatum 3],
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 3],

[naam 4],

geboren op [geboortedatum 4],
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 4],
hierna samen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister,

(gemachtigde: mr. I. van Es).

Inleiding

1. Bij besluiten van 17 juli 2025 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen omdat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met de zaken NL25.32637 en NL25.32639, op 29 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers, een tolk en de gemachtigde van de minister. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek op de zitting gesloten.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL25.32637 en NL25.32639, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen en de beroepen ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Mulder, griffier en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.