ECLI:NL:RBDHA:2025:18346
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele procedure
Op 6 oktober 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker tegen kantonrechter mr. D. Nobel. Het verzoek tot wraking was ingediend naar aanleiding van een kort geding tussen de verzoeker en de Autoriteit Persoonsgegevens. De verzoeker stelde dat de kantonrechter partijdig was, onder andere vanwege haar werkverleden bij een bepaald bedrijf en de wijze waarop zij de zitting had geleid. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was. De kantonrechter had de schorsende werking van een eerder wrakingsverzoek niet genegeerd, maar was niet op de hoogte van de eerdere wraking. De wrakingskamer concludeerde dat de kantonrechter niet vooringenomen was en dat de procedure correct was verlopen. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.