ECLI:NL:RBDHA:2025:18362

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
6 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/692260/KG RK 25-1320
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak met betrekking tot de schijn van partijdigheid

Op 1 oktober 2025 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot verschoning toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. D.F. Smulders, rechter in de rechtbank Den Haag, die betrokken was bij een strafzaak tegen de verdachte met parketnummer 71/268956-23. De rechter had eerder als lid van de meervoudige kamer een vonnis gewezen waarin de verdachte was genoemd en onderwerpen waren behandeld die ook in de huidige strafzaak ter discussie staan. Dit leidde tot de vrees voor partijdigheid, wat de basis vormde voor het verschoningsverzoek.

De procedure rondom het verschoningsverzoek verschilt van die van een wrakingsverzoek, aangezien het verzoek niet ter zitting hoeft te worden behandeld. De rechter heeft op 29 september 2025 het verzoek ingediend, en de verschoningskamer heeft op basis van de aangevoerde argumenten geoordeeld dat het verzoek terecht was. De beslissing houdt in dat de behandeling van de strafzaak door een andere rechter moet worden overgenomen om de schijn van partijdigheid te vermijden.

De verschoningskamer heeft in raadkamer besloten dat het proces in de strafzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter zelf en de officieren van justitie.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2025/09
Zaak-/rekestnummer: C/09/692260 / KG RK 25-1320
Beslissing van 1 oktober 2025
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. D.F. Smulders,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna: de rechter,
belast met de behandeling van de strafzaak met parketnummer 71/268956-23 tegen de verdachte:
[verdachte],
thans gedetineerd in de P.I. [plaats] ,
bijgestaan door mrs.
M.C. Levy en N.F. Christiansen, advocaten te Rotterdam,
Als belanghebbenden zijn aan te merken: mrs. C.J. Kroon en M.A. van der Vlugt, officieren van justitie.

1.De procedure

1.1.
De rechter heeft op 29 september 2025 een verschoningsverzoek ingediend.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft het verschoningsverzoek gebaseerd op de omstandigheid dat hij eerder als lid van de meervoudige kamer een vonnis heeft gewezen, waarin de verdachte is genoemd en is geoordeeld over onderwerpen die in de onderhavige strafzaak ter discussie staan.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd en hierboven onder 2 is weergegeven, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de strafzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de strafzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 1 oktober 2025 door mrs. S.M. Krans,
E.E. Schotte en A.M. Boogers, in tegenwoordigheid van de griffier.