ECLI:NL:RBDHA:2025:18371
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlening van een aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor een betrokkene met schizofrenie
Op 30 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1985, die al geruime tijd stabiel is en is begonnen met de afbouw van medicatie. De officier van justitie had verzocht om een aansluitende zorgmachtiging om de afbouw van de medicatie te kunnen monitoren. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de betrokkene aangegeven de zorgmachtiging onnodig te vinden en op vrijwillige basis te willen meewerken aan de behandeling. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar subsidiair voor een verkorting van de zorgmachtiging tot zes maanden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel. Er is een grote kans dat de betrokkene zonder behandeling psychotisch decompenseert, wat kan leiden tot gevaarlijk gedrag. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de betrokkene te monitoren tijdens de afbouw van de medicatie. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 30 maart 2026, en wees het meer of anders verzochte af.