ECLI:NL:RBDHA:2025:18407

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2025
Publicatiedatum
7 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.19358
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft eiser op 25 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 2 januari 2024 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 2 januari 2024 ingediend, en de beslistermijn van zes maanden eindigde op 2 juli 2024. Eiser heeft verweerder op 11 april 2025 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken voor het indienen van beroep begon. Eiser heeft zijn beroep op 25 april 2025 ingediend, wat betekent dat het beroep prematuur was, aangezien verweerder tot en met die datum nog de gelegenheid had om een besluit te nemen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan op 6 oktober 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. Chakur, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.19358

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld),
en
de minister van Asiel en Migratie [1] , verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 25 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 2 januari 2024.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend op 2 januari 2024. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) moet er binnen zes maanden op een asielaanvraag worden beslist. De beslistermijn eindigt daarom op 2 juli 2024.
3. Eiser heeft verweerder rechtsgeldig in gebreke gesteld op 11 april 2025. De termijn van twee weken voor het instellen van beroep zoals bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, vangt aan één dag na ontvangst van de ingebrekestelling. Verweerder had dus tot en met 25 april 2025 om alsnog een besluit te nemen. Eiser heeft zijn beroep ingediend op 25 april 2025. Dit betekent dat het beroep te vroeg ingediend. Het beroep is om die reden kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 6 oktober 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. Chakur, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.