Op 11 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin de moeder van een minderjarige verzocht om vervangende toestemming voor het wijzigen van de verblijfplaats van haar kind naar haar eigen woning. De minderjarige verblijft sinds november 2021 bij pleegouders, die de zus en zwager van de moeder zijn. De moeder heeft in het verleden te maken gehad met verslavingsproblematiek en psychische problemen, maar heeft volgens de betrokken hulpverlening aanzienlijke vooruitgang geboekt. De pleegouders hebben echter hun blokkaderecht ingeroepen, waardoor de moeder toestemming van hen nodig heeft om de verblijfplaats van het kind te wijzigen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een perspectiefonderzoek dat adviseert tot terugplaatsing van de minderjarige bij de moeder. Tijdens de zitting is de zaak behandeld, waarbij zowel de moeder als de pleegouders met hun advocaten aanwezig waren. De rechtbank heeft overwogen dat het verzoek van de moeder niet ontvankelijk is, omdat er inmiddels sprake is van een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing, wat betekent dat de situatie niet meer onder het vrijwillige kader valt. De rechtbank heeft de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.