ECLI:NL:RBDHA:2025:18531

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2025
Publicatiedatum
8 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.16006
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Peruaanse eiseres op grond van politieke overtuiging en artikel 8 EVRM

Deze uitspraak betreft de afwijzing van de asielaanvraag van een Peruaanse eiseres door de minister van Asiel en Migratie. De eiseres, geboren in 1984, heeft op 6 april 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze werd op 31 maart 2025 afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van de eiseres, die stelt dat zij vanwege haar politieke overtuiging in Peru gevaar loopt. De rechtbank oordeelt dat de minister de politieke overtuiging van de eiseres ongeloofwaardig heeft geacht, omdat de ingediende documenten niet consistent zijn met haar eerdere verklaringen. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om aan de eiseres een verblijfsrecht te verlenen op basis van artikel 8 van het EVRM, en dat de belangenafweging in het nadeel van de eiseres uitvalt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst op de mogelijkheid van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.16006

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2025 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. S.A.S. Jansen),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. E. Lemmers).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Eiseres is het hier niet mee eens. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de asielaanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven. De rechtbank oordeelt dat de minister heeft mogen stellen dat de politieke overtuiging van eiseres ongeloofwaardig is. De in beroep ingebrachte documenten staan haaks op de eerder afgelegde verklaringen van eiseres
.Verder is er geen aanleiding om aan eiseres een verblijfsrecht te verlenen op grond van artikel 8 van het EVRM. De minister heeft voldoende gemotiveerd dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres valt. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
1.2.
Onder 2 staat het procesverloop in dit geding. Onder 3 en 4 staan de van belang zijnde feiten en omstandigheden die hebben geleid tot het bestreden besluit. De beoordeling door de rechtbank volgt vanaf 5. Aan het eind staat de beslissing van de rechtbank en de gevolgen daarvan.

Procesverloop

2. Eiseres heeft op 6 april 2025 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Zij stelt van Peruaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1984. De minister heeft met het bestreden besluit van 31 maart 2025 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 3 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

Het asielrelaas
3. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres heeft in Peru jarenlang meegedaan aan verschillende demonstraties tegen de overheid. In september 2022 is zij aangevallen toen zij onderweg was van werk naar huis. Tijdens deze aanval heeft zij een schedelfractuur opgelopen. Na de aanval is eiseres nog een aantal keer bedreigd via sociale media. Zij vreest bij terugkeer naar Peru te worden gedood de autoriteiten.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende relevante motieven:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- Problemen vanwege haar politieke overtuiging.
4.1.
De minister stelt zich hierover op het standpunt dat de verklaringen van eiseres over haar identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig worden geacht. De verklaringen van eiseres over de problemen vanwege haar politieke overtuiging worden niet geloofwaardig geacht. Eiseres heeft deze problemen niet met documenten onderbouwd die dit asielmotief volledig onderbouwen. Ook vormen deze verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheel. Verder heeft eiseres niet inzichtelijk gemaakt waaruit blijkt dat de aanval is gepleegd door de politie. Eiseres heeft verklaard dat zij niet heeft gezien wie haar heeft aangevallen, dat zij niet weet om hoeveel personen het ging, dat zij niet weet wat voor kleding zij droegen en ook niet of het mannen of vrouwen betrof. Daarnaast kan aan de nieuwsberichten waar eiseres een beroep op doet niet de waarde worden gehecht die zij daaraan zou willen zien, aangezien het berichten betreft van ver voor het incident dat eiseres heeft meegemaakt in september 2022. Verder heeft eiseres niet inzichtelijk gemaakt waarom zij het risico nam om in januari 2023 nogmaals deel te nemen aan een protest. De minister concludeert daarom dat de asielaanvraag moet worden afgewezen als ongegrond.
Heeft de minister de problemen die eiseres heeft ondervonden vanwege haar politieke overtuiging ten onrechte ongeloofwaardig geacht?
5. Eiseres betoogt dat de minister ten onrechte haar politieke overtuiging ongeloofwaardig heeft geacht. Eiseres heeft schriftelijk in haar beroepsgronden aangevoerd dat het onmogelijk is om de aanval verder te onderbouwen omdat zij geen aangifte kan doen vanwege het gevaar en vanwege corruptie en gebrek aan transparantie en dat zij over de aanval heeft verklaard wat zij kan verklaren en dat deze verklaringen niet summier en vaag zijn. Eiseres heeft wel verwezen naar een aantal nieuwsartikelen. [1] Kort voor de zitting is vervolgens een foto van een lidmaatschapspas van een politieke partij ingediend, en een aangifte van 30 september 2022 van een aanval op haar door twee met name genoemde agenten. Ter zitting heeft eiseres verklaard dat zij uit angst deze stukken niet eerder heeft overgelegd en tijdens het gehoor heeft zij uit angst verklaard niet te weten wie haar heeft aangevallen. Eiseres is van mening dat het niet ongerijmd is dat zij ondanks de aanval op haar toch weer is gaan demonstreren. De moeder van eiseres is immers politiek geëngageerd en eiseres zelf heeft ook een politieke overtuiging. Beide worden door de minister erkend. Eiseres wijst verder nog op het feit dat sinds september 2024 de noodtoestand is uitgeroepen in Lima en de aangrenzende provincie Callao. Deze maatregel is genomen vanwege een toename van gewelddadige criminaliteit. [2]
5.1.
De beroepsgrond slaagt niet. Niet in geschil is dat eiseres haar asielmotief niet volledig met objectieve documenten heeft onderbouwd en dat de minister dus de geloofwaardigheid van het asielmotief verder moest beoordelen. Voor zover eiseres heeft betoogd dat het voor haar niet mogelijk was om haar asielrelaas verder te onderbouwen omdat zij geen aangifte kan doen en dat zij heeft verklaard wat zij kon verklaren, is die stelling met de door eiseres zelf overgelegde stukken ontkracht. De minister heeft, aan de hand van artikel 31, zesde lid, van de Vw 2000, beoordeeld of het asielmotief alsnog geloofwaardig is. De minister stelt niet ten onrechte dat dat niet het geval is, omdat de ingediende documenten haaks staan op de eerder afgelegde verklaringen.
5.2.
De minister heeft mogen stellen dat de problemen vanwege de politieke overtuiging van eiseres ongeloofwaardig zijn en dat de door eiseres overgelegde stukken aan die conclusie niets afdoen. Tijdens het gehoor heeft eiseres verklaard geen lid te zijn van een bepaalde partij, terwijl zij in beroep een foto van haar lidmaatschapspas heeft ingediend van ‘Peru Libre’. Hierop staat een foto van eiseres en haar handtekening. Verder heeft eiseres aangevoerd dat zij geen officiële documenten kan overleggen, vanwege corruptie en een gebrek aan transparantie binnen overheidsinstellingen in Peru. Ook zou het voor haar onmogelijk zijn om aangifte te doen van de aanval, omdat dit haar leven nog meer in gevaar zou brengen vanwege haar politieke overtuiging en deelname aan protesten. Eerder heeft eiseres ook verklaard dat zij niet heeft gezien wie haar heeft aangevallen, aangezien het donker was en zij een oogafwijking heeft. Ze verklaarde wel dat de omstandigheden van de aanval, zoals de handelswijze en dat wat door de aanvallers tegen eiseres is gezegd, maken dat het hoogstwaarschijnlijk politieagenten waren. In de in beroep ingediende aangifte van de aanval is echter te lezen dat zij om 19:30 uur is aangehouden door twee geüniformeerde politieagenten, [politieagent 1] en [politieagent 2], en zij eiseres hebben geduwd en bedreigd. De in beroep ingediende stukken staan dus haaks op de tijdens het gehoor afgelegde verklaringen. De minister stelt niet ten onrechte dat hierdoor een tegenstrijdig beeld ontstaat dat afbreuk doet aan de samenhang en overtuigingskracht van het relaas van eiseres. Haar verklaring dat zij deze stukken niet eerder heeft overgelegd vanwege haar angst voor de politie, maakt dat niet anders. De discrepanties met haar eerdere verklaring worden hiermee niet uitgelegd, terwijl ook niet duidelijk is gemaakt waarom deze stukken pas kort voor de zitting zijn overgelegd. Het had hoe dan ook op de weg van eiseres gelegen om de stukken eerder in te dienen, zodat de minister in de gelegenheid zou zijn geweest deze stukken aan Bureau Documenten voor te leggen ten einde een onderzoek naar de authenticiteit daarvan te laten verrichten. Nu de stukken niet tijdig zijn ingediend, kon de minister de stukken niet laten onderzoeken. Tijdens de zitting is hiervoor ook geen verzoek gedaan. De minister merkt op de zitting terecht op dat, blijkens de in de aangifte en het eerder overgelegde medische stuk vermelde tijdstippen, de aangifte is opgemaakt vóór het medische stuk waarnaar in de aangifte wordt verwezen. Dat zou betekenen dat de aangifte verwijst naar een medisch stuk dat toen nog niet bestond. Eiseres kon hiervoor op de zitting geen duidelijke verklaring geven.
5.3.
Verder stelt de minister terecht dat eiseres niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom zij het risico nam om in januari 2023 nogmaals deel te nemen aan een protest. Hierbij heeft de minister meegewogen dat eiseres op dat moment moest onderduiken, dat zij andere routes nam en op dat moment ook al had besloten om het land te verlaten. Dat eiseres zelf een politieke overtuiging heeft en dat haar moeder politiek geëngageerd is doet hier niet aan af en vormt geen afdoende verklaring. Ook heeft eiseres met de nieuwsberichten niet aangetoond hoe dit bericht betrekking heeft op haar persoonlijke situatie.
Heeft de minister voldoende gemotiveerd dat de belangenafweging in het kader van artikel 8 EVRM in het nadeel van eiseres uitvalt?
6. Eiseres betoogt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt. Het is voor de echtgenoot van eiseres namelijk niet veilig om als witte man naar Peru af te reizen, omdat hij als rijke toerist zal worden gezien. Hier komt nog bij dat de echtgenoot van eiseres verantwoordelijk is voor zijn zieke moeder, die vanwege haar gezondheidstoestand dagelijks aandacht en zorg nodig heeft. Daarnaast wordt door de minister onterecht gesteld dat eiseres een sterkere binding met Peru heeft dan met Nederland. Met haar halfbroers en zussen heeft zij geen contact en haar ouders zijn overleden. Eiseres wijst in dit verband nog op haar vrijwilligerswerk in Nederland, haar werk voor en banden met de kerk en de goede relatie met haar schoonmoeder en de rest van de familie van haar echtgenoot. Verder heeft eiseres diploma’s overgelegd, waarmee zij snel werk kan vinden en bijdrage kan leveren aan de Nederlandse maatschappij. Tot slot betoogt eiseres dat zij in Peru geen toegang heeft tot de medische zorg die nodig is om haar prothese in goede conditie te houden of om eventuele toekomstige operaties te kunnen uitvoeren. Dit brengt haar gezondheid in gevaar.
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat er sprake is van gezinsleven en geen inmenging van gezinsleven. De minister heeft verder voldoende gemotiveerd dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt. Eiseres heeft niet aangetoond dat het voor haar echtgenoot persoonlijk niet mogelijk is om in Peru te gaan wonen. Daarom wordt aangenomen dat het gezinsleven ook in Peru mogelijk is. Dat de echtgenoot van eiseres zou worden gezien als een rijke witte toerist, is niet nader onderbouwd. De minister stelt zich verder terecht op het standpunt dat uit het reisadvies van het ministerie van Buitenlandse zaken volgt dat het overgrote deel van Peru kleurcode geel heeft, wat inhoudt dat reizen naar dit gebied wel mogelijk is maar dat er bijzondere veiligheidsrisico’s bestaan. Verder betekent een negatief reisadvies (kleurcode rood en oranje) niet dat de echtgenoot van eiseres in de betreffende gebieden niet kan wonen. Het reisadvies is bedoeld voor toeristen en zakenmensen om de risico’s in een land beter in te schatten. De minister stelt zich daarnaast terecht op het standpunt dat het economische belang licht in het nadeel van eiseres meeweegt, aangezien eiseres gebruik zal maken van uit publieke middelen betaalde voorzieningen zoals gezondheidszorg. Verder heeft eiseres 39 jaar in Peru gewoond en verblijft zij pas sinds twee jaar in Nederland. Ze spreekt de Spaanse taal, kent de cultuur en de gebruiken en zij heeft tot haar vertrek in Peru gewerkt. Het feit dat eiseres getrouwd is met een Nederlander en twee jaar in Nederland woont, doet niet af aan de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden en de minister kon gezien bovenstaande tot het oordeel komen dat eiseres een sterkere binding heeft met Peru. Dat eiseres vanwege haar medische omstandigheden uitstel van vertrek dient te krijgen, is niet met documenten onderbouwd.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres ongelijk krijgt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Loof, rechter, in aanwezigheid van mr. N. El-Amrani, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.[website 1], Doodseskaders politie actief geweest in Peru, d.d. 9 augustus 2016, [website 2], Onderzoek naar doodseskaders Peru, d.d. 9 augustus 2016.
2.[website 2], Regering Peru roept noodtoestand uit rond Lima om bendes te bestrijden, d.d. 27 september 2024, [website 3], Peru verlengd noodtoestand, d.d. 6 februari 2023. Ministerie van Buitenlandse zaken, Reisadvies Peru.