Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa). De eiser, die verblijft in een asielzoekerscentrum, heeft beroep aangetekend tegen een ROV-maatregel 6 die door het COa aan hem is opgelegd. Deze maatregel houdt in dat eiser gedurende twee weken niet welkom is in de opvang waar hij verbleef, als gevolg van geweldsincidenten en bedreigingen jegens medebewoners en COa-medewerkers. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 juli 2025, waarbij zowel de eiser als de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het COa de maatregel terecht heeft opgelegd, op basis van de feiten die zijn verzameld tijdens een onderzoek. De rechtbank concludeert dat eiser geweld heeft gebruikt tegen een medebewoner, een COa-medewerker heeft bedreigd en zich racistisch heeft uitgelaten. De rechtbank baseert haar oordeel op camerabeelden en getuigenverklaringen, die bevestigen dat eiser de agressor was in het incident. De rechtbank oordeelt dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de gedragingen van eiser een overtreding van de huisregels met een zeer grote impact vormen, wat de oplegging van de ROV-maatregel 6 rechtvaardigt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.