5.1.Eiser stelt dat dit niet kan, omdat dit in strijd is met het evenredigheids- rechtszekerheids- en zorgvuldigheidsbeginsel. Verweerder stelt dat dit wel kan. Het is aan eiser zelf te wijten dat verweerder niet eerder wist dat de echtgenote van eiser een meeverzekerd gezinslid is, omdat zij dit zelf nooit hebben gemeld bij verweerder. Daardoor was verweerder pas op de hoogte vanaf 12 februari 2020.
6. Volgens artikel 69, eerste lid, van de Zvw hebben in het buitenland wonende personen die met toepassing van een verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie dan wel toepassing van zodanige verordening krachtens de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of een verdrag inzake sociale zekerheid in geval van behoefte aan zorg recht op zorg of vergoeding van de kosten daarvan, zoals voorzien in de wetgeving over de verzekering voor zorg van hun woonland, melden zich, tenzij zij op grond van deze wet verzekeringsplichtig zijn, bij het CAK aan.
7. Volgens artikel 6.3.1b van de Regeling wordt de voor een gezinslid van een verzekeringsplichtige verschuldigde bijdrage, bedoeld in artikel 6.3.1. door het CAK geheven en geïnd bij de verzekeringsplichtige.
8. De wijze waarop die bijdrage wordt berekend, is neergelegd in artikel 6.3.1 tot en met 6.3.4 van de Regeling.
9. Volgens artikel 6.3.3, derde lid, van de Regeling moet, als ─ zoals in dit geval ─ slechts de nominale bijdrage verschuldigd is, de buitenlandbijdrage over een kalenderjaar worden vastgesteld vóór 1 april van het volgende jaar.