Op 8 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van een fiets. De verdachte, geboren in 1990 en momenteel gedetineerd, heeft op 8 januari 2025 in 's-Gravenhage een fiets weggenomen die toebehoorde aan een ander, door zich toegang te verschaffen tot de plaats van het misdrijf door middel van braak en/of verbreking. Tijdens de zitting op 24 september 2025 heeft de verdachte het ten laste gelegde bekend, en zijn raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen is, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en het proces-verbaal van aangifte.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke ISD-maatregel van twee jaren, gezien zijn recidive en de ernst van het feit. De verdachte is een veelpleger met een strafblad dat meerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten bevat. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het reclasseringsadvies, dat aangaf dat de verdachte te maken heeft met middelenproblematiek en andere sociale problemen. De rechtbank oordeelt dat de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de bescherming van de maatschappij en om de verdachte de kans te geven zijn problematiek aan te pakken. De rechtbank heeft de maatregel opgelegd voor de maximale duur van twee jaren, zonder aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.