ECLI:NL:RBDHA:2025:18620

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/631416 / FA RK 22-4093
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindbeschikking omgangsregeling na overeenstemming tussen ouders

Op 9 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een eindbeschikking gedaan in een zaak betreffende de omgangsregeling tussen de vader en de moeder van een minderjarige. De rechtbank heeft kennisgenomen van eerdere beschikkingen en rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming, die in het verleden was verzocht om onderzoek te doen naar de omgangsregeling. De ouders hebben na de zitting overeenstemming bereikt over de omgangsregeling, waarbij de vader heeft aangegeven dat het contact tussen hem en de minderjarige goed verloopt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders in staat zijn om de omgangsregeling in onderling overleg en met afstemming met de minderjarige vorm te geven. De rechtbank heeft de eerdere verzoeken van de vader en moeder met betrekking tot de omgangsregeling als ingetrokken beschouwd, en heeft besloten dat de ouders de omgangsregeling voortaan gezamenlijk zullen bepalen. De beschikking is uitgesproken door kinderrechter mr. C. Witteman, bijgestaan door griffier mr. I.E. Moerkerk-van Kersbergen, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-4093
Zaaknummer: C/09/631416
Datum beschikking: 9 oktober 2025

Omgang

Beschikking op het op 27 juni 2022 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R.P.M. Duijndam te Lisse.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. E.A. Kronenburg te 's-Gravenhage.

Procedure

Bij beschikking van 25 januari 2024 van deze rechtbank is de Raad voor de Kinderbescherming verzocht onderzoek te doen en de rechtbank hierover te rapporteren en een advies uit te brengen, en is iedere verdere beslissing ten aanzien van de omgang en de informatieregeling aangehouden in afwachting hiervan.
De rechtbank heeft opnieuw kennis genomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • de brief van 7 februari 2024 van de Raad voor de Kinderbescherming;
  • het rapport en advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 19 april 2024 met kenmerk KZ-1-5VHWMB5;
  • de brief van 24 april 2024 van de Raad voor de Kinderbescherming, met als bijlage een aanvullend stuk bij het raadsrapport;
  • het F9-formulier van 31 oktober 2024 van de zijde van de vader;
  • het F9-formulier van 31 oktober 2024 van de zijde van de moeder;
  • het F9 formulier van 19 december 2024 van de zijde van de vader;
  • het F9 formulier van 26 juni 2025 van de zijde van de vader;
  • het F9 formulier van 26 juni 2025 van de zijde van de moeder.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft alles wat in de vorige beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Omgang
De vader heeft bij F9 formulier van 26 juni 2025 aan de rechtbank bericht dat de moeder, de vader en [minderjarige] in staat zijn gebleken om het contactherstel tussen [minderjarige] en de vader zorgvuldig op te bouwen. Volgens de vader bezoekt [minderjarige] de vader inmiddels frequent (nagenoeg wekelijks) en voornamelijk in de weekenden en blijft [minderjarige] ook regelmatig bij de vader overnachten. [minderjarige] geeft hierbij zelf het tempo aan en is daartoe ook in staat. De wijze waarop nu invulling wordt gegeven aan de omgang verloopt naar tevredenheid van de beide ouders.
De vader verzoekt nu ten aanzien van de omgang om te bepalen dat partijen deze in het vervolg in onderling overleg en met afstemming met [minderjarige] zullen vormgeven.
De moeder heeft bij F9 formulier van 26 juni 2025 bevestigd dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de omgang op de wijze zoals door de vader is verwoord.
De rechtbank concludeert dat de ouders volledige overeenstemming hebben bereikt over de omgangsregeling. Beide advocaten hebben namens de ouders verzocht om de afspraken op te nemen in een eindbeschikking. De rechtbank zal overeenkomstig deze overeenstemming beslissen, nu het gezamenlijk verzoek in het belang van [minderjarige] is.
Dat wat oorspronkelijk meer of anders is verzocht ten aanzien van de omgang, beschouwt de rechtbank als ingetrokken.
Informatieregeling
De vader heeft zijn verzoek met betrekking tot de informatieregeling ingetrokken, zodat de rechtbank op dit punt niet meer behoeft te beslissen.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de onderling getroffen regeling van 3 februari 2012 –:
bepaalt dat de ouders de omgangsregeling met betrekking tot de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] in onderling overleg en met afstemming met [minderjarige] zullen vormgeven;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. Witteman, kinderrechter, bijgestaan door
mr. I.E. Moerkerk-van Kersbergen als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting
van 9 oktober 2025.