In deze zaak heeft de heer [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeisers, [bedrijf 1] en [bedrijf 2], omdat zij niet akkoord gingen met zijn voorstel tot schuldregeling. De heer [naam 1] heeft een schuldenlast van € 7.977,31 aan negen schuldeisers en heeft met hulp van de gemeente Den Haag een voorstel gedaan waarbij hij 0% van zijn schulden aanbiedt in ruil voor kwijtschelding. De rechtbank heeft op 6 oktober 2025 besloten om het verzoek van de heer [naam 1] toe te wijzen, omdat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd en de weigering van de schuldeisers onredelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam 1] duurzaam arbeidsongeschikt is en dat zijn voorstel het maximaal haalbare is. De meerderheid van de schuldeisers heeft ingestemd met de regeling, wat de belangenafweging in het voordeel van de heer [naam 1] heeft beïnvloed. Het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) is afgewezen, omdat het dwangakkoord is toegewezen.