ECLI:NL:RBDHA:2025:18634

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/690456 / KG ZA 25-845
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over zorgregeling na echtscheiding

In deze zaak, die op 10 oktober 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, vorderde de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. van Wijk, de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.A. Kazzaz-de Hoog, om de zorgregeling zoals vastgelegd in het ouderschapsplan en de beschikking van 17 januari 2025 na te komen. De partijen, die van 2010 tot 2022 gehuwd waren, zijn de ouders van twee minderjarige kinderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 oktober 2025 kwamen partijen tot algehele overeenstemming over de zorgregeling. De voorzieningenrechter heeft vervolgens een beslissing genomen die de zorgmomenten voor de kinderen bij de vader vastlegt, inclusief specifieke data en tijden. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de kinderen op bepaalde zaterdagen en zondagen bij de vader zijn, met duidelijke afspraken over de aanwezigheid van de vader's echtgenote en de activiteiten die ondernomen zullen worden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 10 oktober 2025.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/690456 / KG ZA 25-845
Vonnis in kort geding van 10 oktober 2025
in de zaak van
[de vader]te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. M.M. van Wijk te Delft,
tegen:
[de moeder]te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. E.A. Kazzaz-de Hoog te Den Haag.
Partijen worden hierna ‘de vader’ en ‘de moeder’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de brief van 3 oktober 2025 van de advocaat van de moeder, met producties;
- de op 7 oktober 2025 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door de advocaat van de moeder pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Tijdens de zitting is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

Op grond van de stukken en wat op de zitting is besproken, wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest van [dag 1] 2010 tot [dag 2] 2022. Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2014 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2017 te [geboorteplaats] .
2.2.
Bij beschikking van 30 augustus 2022 van deze rechtbank is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is bepaald dat het aangehechte ouderschapsplan van 16 juni 2022 deel uitmaakt van de beschikking. In dat ouderschapsplan zijn partijen – voor zover hier van belang – overeengekomen dat de kinderen bij de vader verblijven wekelijks van zondagavond na het eten tot dinsdagavond na het eten en het eerste weekend van de maand.
2.3.
Bij beschikking van 17 januari 2025 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang – een regeling inzake de zorg- en opvoedtaken gedurende de schoolvakanties bepaald.

3.Het geschil

3.1.
De vader vordert – zakelijk weergegeven – bij vonnis en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- de moeder te veroordelen tot nakoming van de zorgregeling zoals overeengekomen in het ouderschapsplan en de vakantieregeling zoals vastgelegd in de beschikking van 17 januari 2025 van deze rechtbank, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag of dagdeel dat de moeder weigert deze regelingen na te komen, met een maximum van € 10.000,-;
- de moeder te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
De moeder voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
Op de mondelinge behandeling zijn partijen tot algehele overeenstemming gekomen. De voorzieningenrechter zal aldus beslissen, omdat niet is gebleken dat het belang van de kinderen zich hiertegen verzet.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
bepaalt dat de kinderen bij de vader zijn:
- op zaterdag 11 oktober 2025 van 10.00 uur tot 13.00 uur, waarbij de vader de kinderen ophaalt en terugbrengt bij de moeder. De echtgenote van de vader zal niet bij dit omgangsmoment aanwezig zijn. De vader gaat iets leuks doen met de kinderen en laat van tevoren aan de moeder weten wat hij gaat doen;
- op zondag 19 oktober 2025 van 15.00 uur tot 19.00 uur, waarbij de vader de kinderen ophaalt en terugbrengt bij de moeder. De vader zal een activiteit met de kinderen ondernemen en laat van tevoren aan de moeder weten wat hij gaat doen. Zijn echtgenote zal niet bij deze activiteit aanwezig zijn. De kinderen zullen eten bij de vader thuis en daarbij zal de echtgenote van de vader wel aanwezig zijn;
- van donderdag 23 oktober 2025 19.00 uur tot vrijdag 24 oktober 2025 10.00 uur;
- van zondag 26 oktober 2025 19.00 uur tot maandag 27 oktober 2025 19.00 uur;
- vanaf zondag 2 november 2025 zal de reguliere zorgregeling zoals opgenomen in het ouderschapsplan van 16 juni 2022 weer worden hervat;
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. de Jong-Kwestro en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2025.
EY