Op 9 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2008, die is veroordeeld voor het medeplegen van het teweegbrengen van een ontploffing onder een politiebusje. De verdachte heeft op 10 oktober 2024, in samenwerking met anderen, opzettelijk een ontploffing veroorzaakt door zwaar vuurwerk onder een politievoertuig te plaatsen en te ontsteken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 150 dagen, waarvan 48 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het meewerken aan hulpverlening en het volgen van onderwijs. De rechtbank heeft ook een gedeeltelijke toewijzing gedaan van de vordering van de benadeelde partij, de Nationale Politie Eenheid Den Haag, die materiële schade heeft geleden door de ontploffing. De verdachte is hoofdelijk aansprakelijk voor de schade en moet deze vergoeden. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf gedeeltelijk toegewezen, waarbij 40 dagen jeugddetentie omgezet zijn in een taakstraf van 80 uur. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van de bewijsbeslissingen en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij de ernst van het feit en de impact op de samenleving zijn meegewogen.