ECLI:NL:RBDHA:2025:18659

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/691292 / FA RK 25-6792
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 Wvggz

Op 15 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 10 september 2025 een verzoek ingediend om de crisismaatregel voort te zetten, die eerder op 9 september 2025 was genomen. Betrokkene, geboren in 1996, verblijft in een GGZ-instelling en wordt bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Alam-Khan. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2025 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de verpleegkundig specialist en de moeder van betrokkene.

De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat hij bereid is om medicatie in een vrijwillig kader te accepteren en dat zijn ouders ondersteuning kunnen bieden. De verpleegkundig specialist heeft echter zorgen geuit over de vrijwilligheid van betrokkene, gezien zijn kwetsbaarheid en ambivalente houding ten opzichte van medicatie. De psychiater vreest dat betrokkene zonder de verplichte zorgmachtiging zal stoppen met medicatie en suïcidaal kan worden.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het toestandsbeeld van betrokkene zodanig is verbeterd dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer is. Er zijn geen suïcidale uitingen meer geweest sinds de aanvraag van de crisismaatregel en betrokkene ontvangt zorg van een ambulant team. De zorgen van de psychiater zijn onvoldoende om het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel toe te wijzen. De rechtbank heeft daarom het verzoek afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/691292 / FA RK 25-6792
Datum beschikking: 15 september 2025

Afwijzing machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 10 september 2025 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] , [geboorteland] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie van GGZ [instelling] te [plaats] ,
advocaat: mr. A. Alam-Khan te Delft.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 9 september 2025 genomen crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leidschendam-Voorburg tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 9 september 2025 ondertekende medische verklaring van P.J.R. Sam, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een brief van de officier van justitie van 10 september 2025, waaruit blijkt dat er ten aanzien van betrokkene geen recente politiemutaties zijn en betrokkene geen justitiële documentatie heeft.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 september 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de verpleegkundig specialist, [naam] ;
- de moeder van betrokkene.
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat hij bereid is in een vrijwillig kader medicatie te accepteren. Zijn ouders kunnen hierbij, indien nodig, thuis ondersteuning bieden en hij heeft goed contact met zijn ambulante behandelaar. Voor het herstel van betrokkene is het van belang dat hij in een bekende omgeving is, zonder het verplichte kader van een zorgmachtiging. De advocaat verzoekt daarom namens betrokkene om het verzoek af te wijzen.
De verpleegkundig specialist heeft ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene inmiddels een rustiger beeld laat zien. Betrokkene neemt medicatie in, maar heeft bepaalde medicatie geweigerd. Zonder het verplichte kader van een zorgmachtiging vreest de psychiater dat betrokkene zal stoppen met de medicatie en suïcidaal wordt. Gezien de kwetsbaarheid en ambivalente houding van betrokkene, acht de psychiater de vrijwilligheid onvoldoende consistent.
De moeder van betrokkene heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij inmiddels weet hoe zij met betrokkene moet omgaan op momenten dat het slechter met hem gaat.

Beoordeling

Uit het behandelde ter zitting is gebleken dat het toestandsbeeld van betrokkene inmiddels zodanig is opgeknapt dat er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Sinds de aanvraag van de crisismaatregel is geen sprake meer geweest van suïcidale uitingen. Betrokkene heeft betrokken ouders en ontvangt in de thuissituatie zorg van een ambulant team. De zorg van de psychiater dat betrokkene wellicht op enig moment zal stoppen met het innemen van medicatie is onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om het verzoek toe te wijzen. Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de criteria voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, rechter, bijgestaan door mr. A. Laverman als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 september 2025.