ECLI:NL:RBDHA:2025:18663

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.46214 T
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake bewaring van een Angolese asielzoekster in het kader van overdracht aan Portugal

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt de bewaring van een Angolese asielzoekster besproken, die op 23 september 2025 in bewaring is gesteld om haar overdracht aan Portugal te verzekeren. De rechtbank heeft het beroep van de eiseres tegen het overdrachtsbesluit ongegrond verklaard, maar de eiseres heeft geen hoger beroep ingesteld. De rechtbank constateert dat de overdracht al heeft plaatsgevonden ten tijde van de rechterlijke controle van de bewaringsmaatregel. Er zijn zorgen over de medische en psychische toestand van de eiseres, die niet op de hoogte was van de vertrekgesprekken en waarvoor geen BMA-advies is gevraagd. De rechtbank verzoekt partijen om aanvullende informatie over de feitelijke overdracht en de medische verslaglegging van het Detentiecentrum Zeist. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de gevraagde informatie is ontvangen. De rechtbank benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de procedure, vooral gezien de kwetsbaarheid van de eiseres en haar eerdere suïcidepogingen. De rechtbank heeft de partijen de opdracht gegeven om uiterlijk op 20 oktober 2025 de gevraagde informatie aan te leveren, waarna de procedure zal worden voortgezet.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.46214 T

tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres],

geboren op [geboortedatum] 1997, Angolese nationaliteit,
V-nummer: [v-nummer],
eiseres,
(gemachtigde: mr. H. Drenth),
en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder,

(gemachtigde: L. Verhaegh).

Procesverloop

Verweerder heeft eiseres op 23 september 2025 in bewaring gesteld op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 om de overdracht aan Portugal te verzekeren.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de oplegging van de maatregel, welk beroep wordt aangemerkt als een verzoek om toekenning van schadevergoeding.
Verweerder heeft de maatregel op 25 september 2025 opgeheven om de feitelijke overdracht naar Portugal te effectueren.
Eiseres heeft desgevraagd aangeven haar beroep te handhaven in verband met haar aanspraak op schadevergoeding.
De rechtbank heeft op 4 oktober 2025 een bericht in het dossier geplaatst met de navolgende inhoud:
(…)
De rechtbank verzoekt verweerder om de dag voor de zitting het dossier aan te vullen met in
ieder geval een verslag van de fit-to-fly keuring en een verslag van de feitelijke overdracht door de twee medewerkers van de Koninklijke Marechaussee en de medewerker van de Dutch Medical Group die eiseres tijdens de feitelijke vlucht hebben begeleid. De rechtbank verzoekt verweerder tevens het navolgende voorafgaand aan de zitting na te gaan:
* In de maatregel is vermeld dat op 2 september 2025 een BMA-advies is gevraagd. Is dat
advies opgemaakt? Zo ja, dan verzoekt de rechtbank om dat advies aan het dossier toe te
voegen.
* Is door eiseres bezwaar gemaakt tegen de feitelijke overdracht en een verzoek om een
voorlopige voorziening hangende dit bezwaar ingediend? Zo ja, dan verzoekt de rechtbank om deze stukken aan het dossier toe te voegen.
De rechtbank verzoekt verweerder tevens om na te gaan of eiseres gedurende haar bewaring in een time-out kamer of observatiecel is geplaatst om redenen van suïcide preventie, of dat cameratoezicht vanwege deze reden heeft plaatsgevonden. De rechtbank verzoekt verweerder tevens om de stukken van de Dublinprocedure aan dit bewaringsdossier toe te voegen, zodat de gemachtigde die eiseres in de onderhavige procedure bijstaat van deze stukken kennis kan nemen.
De rechtbank verzoekt gemachtigde van eiseres om bij DC Zeist het medische dossier van
eiseres, waaronder het verslag van de medische intake, op te vragen en aan het dossier toe te voegen. Indien gemachtigde van eiseres over meer medische informatie over eiseres beschikt, verzoekt de rechtbank gemachtigde om deze informatie over te leggen.
(…)
Verweerder heeft op 6 oktober 2025 een aanbiedingsbrief aan het dossier toegevoegd.
De rechtbank heeft het beroep op 7 oktober 2025 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de behandeling van het beroep het onderzoek ter zitting gesloten.
Bij bericht van 9 oktober 2025 heeft de rechtbank partijen medegedeeld dat het onderzoek wordt heropend omdat de rechtbank het noodzakelijk acht om nader te worden geïnformeerd door partijen.

Overwegingen

1. Eiseres is met een door de Portugese autoriteiten verstrekt visum de Unie ingereisd. Eiseres heeft vervolgens op 31 december 2024 een asielaanvraag in Nederland gedaan. Op 25 maart 2025 is een claimakkoord met Portugal tot stand gekomen. Verweerder heeft de asielaanvraag op 7 mei 2025 niet in behandeling genomen en een overdrachtsbesluit genomen. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft op 29 augustus 2025 het beroep tegen het overdrachtsbesluit ongegrond verklaard (ECLI:NL:RBLIM:2025:8509, niet gepubliceerd). Eiseres heeft geen hoger beroep ingesteld.
2. Verweerder heeft op 16 september 2025 aan de Portugese autoriteiten aangekondigd dat de feitelijke overdracht zal plaatsvinden op 25 september 2025 om 10:55 uur. Verweerder in het hiertoe geëigende ‘modelformulier voor de overdracht van gegevens voorafgaand aan een overdracht, conform artikel 31, lid 4, van Verordening 604/2013’ vermeld dat eiseres gedurende de overdracht zal worden begeleid door escorts van de KMar en medische escorts. Tevens is vermeld dat ‘de betrokkene geen toestemming geeft voor de doorgifte van gegevens over zijn gezondheid’. Bij het ínvulveld overige informatie over de over te dragen persoon/personen’ is het navolgende weergegeven:
(…)
Dear Colleagues,
The above-mentioned person did not give her consent to give you her medical information. However, due to vital interest, I would like to inform you that the person concerned sometimes experiences panic attacks, with chestpain/pressure. She has previously attempted suicide and has also made suicidal statements. She can lose consciousness in stressful situations, experiencing a state of shock. The person concerned is currently being treated by a psychologist.
The persons concerned will be escorted by the Royal Netherlands Marechaussee and medical escorts due to unpredictable behaviour, psychological problems and suicide threats.
I hope to have informed you sufficiently.
(…)
3. Eiseres heeft geen bezwaar tegen de feitelijke overdracht gemaakt. Uit het dossier kan niet worden afgeleid wanneer eiseres op de hoogte is gesteld van de feitelijke overdracht en of verweerder deze informatie heeft doen toekomen aan de gemachtigde die eiseres heeft bijgestaan in de asielprocedure. In de M110 is vermeld dat bij het mededeling van de beslissing dat de maatregel wordt opgelegd, is medegedeeld aan eiseres en de gemachtigde die haar in de bewaringsprocedure bijstaat en het bewaringsgehoor heeft bijgewoond, is medegedeeld wanneer de feitelijke overdracht was gepland.
4. De maatregel is op 23 september 2025 opgelegd om de overdracht te verzekeren en eiseres is vanuit bewaring op 25 september 2025 feitelijk overgedragen.
5. De rechtbank beoordeelt in de onderhavige procedure of de oplegging van de maatregel rechtmatig is geweest.
6. In de bewaringsmaatregel is overwogen dat de maatregel nodig was, omdat een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht als bedoeld in de Dublinverordening en een significant risico bestond dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. Verweerder heeft, onder verwijzing naar artikel 5.1b, tweede, derde en vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit (Vb), als zware gronden vermeld dat eiseres:
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3k. een overdrachtsbesluit heeft ontvangen en geen medewerking verleent aan de overdracht aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van haar asielverzoek;
3m. een overdrachtsbesluit heeft ontvangen en onmiddellijke overdracht of overdracht op zeer korte termijn noodzakelijk is ten behoeve van het realiseren van de overdracht binnen zes maanden na het akkoord van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van haar asielverzoek;
en als lichte gronden vermeld dat eiseres:
4a. zich niet aan een of meer andere voor haar geldende verplichtingen van hoofdstuk 4 van het Vb heeft gehouden;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
7. De gemachtigde van eiseres heeft ter zitting onder meer aangevoerd dat hij contact heeft opgenomen met de gemachtigde die eiseres heeft bijgestaan in de Dublinprocedure en dat die gemachtigde heeft aangegeven niet te zijn benaderd met de vraag of eiseres toestemming aan BMA wilde geven om kennis te nemen van de medische stukken en een onderzoek op te starten. Gemachtigde heeft aangegeven dat ten onrechte handboeien zijn aangelegd bij de overbrenging. In het betreffende proces-verbaal is niet gerelateerd dat deze bevoegdheid op grond van de ambtsinstructie kon worden aangewend en gelet de angst van eiseres is een contra-indicatie voor het geboeid overbrengen. Gemachtigde heeft het bewaringsgehoor bijgewoond maar is niet voorafgaand aan het gehoor of tijdens het gehoor geïnformeerd over de gezondheidstoestand van eiseres. Dit doet afbreuk aan de verdedigingsrechten. Eiseres heeft zich steeds aan haar meldplicht gehouden. Dat de uiterste overdrachtsdatum bijna is verstreken is niet aan eiseres te wijten en is ook geen rechtvaardiging voor de inbewaringstelling. Verweerder had eerder een vlucht kunnen boeken en als eiseres dan niet zou hebben meegewerkt zou wellicht tot de bewaring kunnen zijn overgegaan. Gemachtigde betwist de grondslag van de maatregel en de gronden die in de maatregel zijn opgevoerd om het significante onttrekkingsrisico te onderbouwen. Gemachtigde heeft ook gemotiveerd aangevoerd dat had moeten worden volstaan met een lichter middel, onder meer gelet op haar psychische situatie en de omstandigheid dat zij zich steeds aan de meldplicht heeft gehouden.
8. Verweerder heeft zich in de aanbiedingsbrief primair op het standpunt gestel dat de bewaringsrechter niet bevoegd is om te beoordelen of het overdrachtsbesluit kon worden aangevoerd. Het arrest Adrar ziet op de uitlegging van de terugkeerrichtlijn en is niet van toepassing. Eiseres had hoger beroep kunnen instellen en had bezwaar kunnen maken tegen de feitelijke overdracht. Er heeft geen fit-to-fly keuring plaatsgevonden en BMA heeft geen onderzoek gedaan en geen advies uitgebracht. Eiseres is in DCZ geplaatst op de AMV-afdeling welke thans niet wordt bewoond door minderjarige vreemdelingen. Deze afdeling wordt gebruikt door in geval van extra kwetsbare vreemdelingen zoals eiseres. Gedurende de nacht stond eiseres onder cameratoezicht en gedurende de dag kon eiseres vrij bewegen en ook naar buiten. Verweerder ter zitting heeft in reactie op de gronden aangevoerd dat de maatregel rechtmatig is opgelegd en dat de vereiste zorgvuldigheid is betracht. Juist omdat eiseres kwetsbaar is heeft verweerder willen bewerkstelligen dat slechts eenmaal een feitelijke overdracht hoeft te worden georganiseerd en eiseres zich maar eenmaal hierop hoeft voor te bereiden. Verweerder is nagegaan hoe de overdracht op de minst belastende wijze kon plaatsvinden en heeft een zogenoemde maatwerkaanhouding verricht met medische begeleiding. Eiseres is meteen na aankomst in het DCZ op een speciale zorgafdeling geplaatst en er is bewust voor gekozen om de duur van de bewaring zo kort mogelijk te laten zijn. Verweerder heeft ook aangegeven dat de rechtbank pas op 29 augustus 2025 uitspraak heeft gedaan en de feitelijke overdracht pas na de uitspraak kan worden georganiseerd waarbij ook rekening moet worden gehouden met de verplichting om de Portugese autoriteiten over de overdracht te infomeren.
9. De rechtbank heeft ter zitting besproken dat het dossier dat aan de rechtbank ter beschikking is gesteld in de Dublinprocedure en op grond waarvan is geoordeeld dat het overdrachtsbesluit rechtmatig was, niet alle relevante stukken bevatte. De rechtbank heeft eerder, bij een werkbezoek van DT&V aan de rechtbank op 8 april 2025, zowel met DT&V, verweerder en de gemachtigde in een toen aanhangige zaak besproken dat de verslagen van vertrekgesprekken die worden gevoerd nadat het overdrachtsbesluit is genomen ook relevant zijn voor de rechterlijke controle van het overdrachtsbesluit en niet alleen aan het bewaringsdossier moeten worden toegevoegd. De rechtbank heeft DT&V en verweerder tijdens dat werkbezoek meegegeven hierover met elkaar in contact te treden. DT&V gaf namelijk aan er van uit te gaan dat de vertrekgesprekverslagen standaardmatig in de Dublindossiers zouden worden geplaatst en verweerder gaf aan niet op de hoogte te worden gesteld als er vertrekgesprekken plaatsvinden voordat de rechtbank het beroep tegen een overdrachtsbesluit beoordeelt. De rechtbank overweegt dat doorgaans in de Dublindossier geen vertrekgesprekverslagen worden gevoegd. Verslagen van gesprekken die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan oplegging van de maatregel worden in het bewaringsdossier gevoegd indien hieruit blijkt dat de vreemdeling niet is verschenen, danwel verklaart niet te zullen meewerken aan de overdracht en met deze verslagen het significante onttrekkingsrisico mede kan worden onderbouwd. In het geval van eiseres hebben er echter vertrekgesprekken plaatsgevonden die zonder meer relevant zijn voor de beoordeling van de rechtmatigheid van het overdrachtsbesluit en met name om te kunnen beoordelen of er een BMA-advies had moeten worden opgevraagd.
10. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft in de uitspraak van 29 augustus 2025 onder meer het navolgende vermeld:
(…)
1.2De rechtbank heeft het beroep op 12 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de minister. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
1.3.
Op 9 juli 2025 heeft de rechtbank aanleiding gezien om de behandeling van de zaak te heropenen. Daarbij heeft de rechtbank gelet op de medische situatie van eiseres besloten om eiseres in de gelegenheid te stellen haar medische situatie nader te onderbouwen met relevante (medische) stukken. De minister heeft hierop gereageerd en de rechtbank heeft het onderzoek op 20 augustus 2025 (wederom) gesloten.
(…)
11. Uit de zittingsaantekeningen van het onderzoek ter zitting dat op 12 juni 2025 in de Dublinprocedure heeft plaatsgevonden blijkt dat de gemachtigde van eiseres op vragen van de rechtbank of er een bijzondere reden is dat eiseres niet ter zitting is verschenen, heeft aangegeven dat hij van de artsen had vernomen dat eiseres ‘erg slecht is en niemand haar kon begeleiden om naar de rechtbank te komen’. Deze zittingsaantekeningen zullen aan het dossier in de onderhavige procedure worden gevoegd zodat beide gemachtigden hiervan kennis kunnen nemen.
12. In het dossier in deze bewaringsprocedure zijn de navolgende stukken opgenomen die gereed en beschikbaar waren voordat de rechtbank op 29 augustus 2025 uitspraak heeft gedaan en het beroep tegen het overdrachtsbesluit ongegrond heeft verklaard, maar die door verweerder niet zijn overgelegd in de Dublinprocedure:
-Een verslag van het op 4 juni 2025 gehouden vertrekgesprek waarin onder meer de navolgende informatie is opgenomen:
(…)
Aanwezigen bij het gesprek:
Betrokkene, regievoerder, collega regievoerder, casemanager Centraal Orgaan opvang Azielzoekers (COA)
(…)
Betrokkene geeft aan dat het niet zo goed gaat. Ze geeft aan een terugval te hebben. Ze vertelt dat ze last heeft van paniekaanvallen. Ze geeft aan medicatie te gebruiken maar uit haar hoofd weet ze niet welke. Ze geeft aan dat de eerdere klachten van maagpijn, blaaspijn en allergie in het gezicht over zijn. Wel vertelt ze dat ze nog steeds schouderpijn heeft. Ze geeft aan dat haar schouder gebroken is geweest in de periode dat zij is misbruikt door een bekende van haar familie in haar land van herkomst. Ze heeft op 20 juni 2025 een eerste consult in het ziekenhuis. Ook vertelt ze nog steeds pijn op haar borst te ervaren, waarbij ze een dokter bezoekt voor de klachten.
De regievoerder vraagt aan betrokkene wat haar plannen zijn op het moment dat het beroep ongegrond verklaard wordt. Betrokkene verklaart: “Als ik terug moet naar Portugal, dan dood ik mezelf. Ik ben niet veilig in mijn land van herkomst en ik ben ook niet veilig in Portugal. Mijn misbruiker weet mij daar te vinden. Ik ben van mijn 12e jaar tot mijn 27e jaar misbruikt. Ik heb al langer suïcidegedachten, al sinds mijn land van herkomst. Sinds dat het misbruik begon. Ik denk momenteel elke dag aan zelfmoord. Vooral als ik ’s nachts in bed lig en mijn gedachten gaan naar het misbruik. Ik denk er dan aan om mijzelf neer te steken. Mijn leven heeft geen zin meer. Als mijn vader nog in leven zou zijn, zou ik hem om hulp kunnen vragen. Nu heb ik niemand meer. In Portugal ken ik ook niemand. In Nederland voel ik me veilig door de hoeveelheid politie om mij heen. In Portugal heb ik die bescherming niet en krijg ik ook geen opvang. Hetgeen wat mij nu tegenhoudt, is dat er mensen om mij heen zijn op de noodopvang. Ik kan nu geen zelfmoord plegen. Of ik nu een steunfiguur heb op de noodopvang? ja, er is iemand en jullie zijn hier om me te helpen. Ik heb gesprekken met de psycholoog. Ik voel me gelukkig eventjes beter na zo’n gesprek. Ik heb momenteel ook medicatie voor paniekaanvallen. Ik weet alleen niet uit mijn hoofd welke dat zijn. Na dit gesprek zou ik graag nieuwe medicatie willen. “
(…)
De casemanager van COA geeft aan dat de casus van betrokkene onder de aandacht is van de medische dienst op het AsielZoekersCentrum (AZC). COA geeft aan dat betrokkene twee weken geleden een suïcidepoging heeft ondernomen, waarna zij gezien is door de crisisdienst. De regievoerder vraagt in het gesprek welke afspraken COA met betrokkene kan maken om ervoor te zorgen dat betrokkene na het gesprek gezien blijft. COA geeft aan afstemming te zoeken met de medische dienst op het AZC. De regievoerder raadt betrokkene aan om opnieuw in gesprek te gaan met de huisarts over het afgeven van andere medicatie voor haar paniekaanvallen en suïcide gedachten.
Tijdens het gesprek is betrokkene een aantal maal aan het hyperventileren en komt erg geëmotioneerd over, over een mogelijke overdracht aan Portugal. Tijdens het gesprek bevriest betrokkene regelmatig door geen oogcontact meer te maken met de regievoerder, door ineen te krimpen, voor zich uit te staren. Tot twee maal toe moet betrokkene overgeven tijdens het gesprek. De regievoerder benoemt aan betrokkene dat het gesprek voor haar op dit moment erg intensief kan zijn en derhalve, in samenspraak met de collega regievoerder en de COA casemanager, het gesprek voor nu te beëindigen. De regievoerder geeft aan dat er een nieuw vertrekgesprek zal volgen nadat de rechtbank uitspraak heeft gedaan op de beroepszaak van betrokkene.
(…)
-Een verslag van het op 9 juli 2025 gehouden vertrekgesprek waarin onder meer de navolgende informatie is opgenomen:
(…)
Aanwezigen bij het gesprek:
Betrokkene, regievoerder, collega regievoerder, casemanager COA.
(…)
De regievoerder heet betrokkene welkom en legt uit dat er nog geen uitspraak door de rechtbank is gedaan en dat dit gesprek nu niet gaat over de uitspraak van de rechtbank maar dat de regievoerder wilt weten of het goed met betrokkene gaat. Betrokkene geeft aan dat zij bang is.
(…)
De regievoerder vat samen wat er tijdens het vorige vertrekgesprek is besproken en vertelt dat de regievoerder heeft uitgezocht wat betrokkene kan verwachten van de Portugese autoriteiten na aankomst in Portugal, mocht de uitspraak ongegrond blijken. De regievoerder voegt toe dat het belangrijk voor betrokkene is om te weten welke zorg zij kan verwachten, om zich tijdig voor te kunnen bereiden. De regievoerder legt uit dat zij informatie voor betrokkene heeft over de asielprocedure in Portugal. De regievoerder geeft aan dat betrokkene direct bij aankomst op de luchthaven een asielaanvraag mag ondertekenen en informatie uitgereikt krijgt over de gehele asielprocedure. De regievoerder vult aan dat betrokkene vervoer aangeboden krijgt om zich te melden bij een opvanglocatie. Betrokkene geeft aan de informatie niet op te slaan en informatie te vergeten. De regievoerder herhaalt de uitleg over vervoer.
Betrokkene begint hard te huilen, geeft aan dat zij het gevoel heeft dat er al een besluit door de rechtbank is genomen. Ze begint te hyperventileren en moet overgeven. Betrokkene kijkt op dit moment de regievoerder niet meer aan en lijkt niet meer te horen wat de regievoerder of de casemanager van COA tegen haar zegt. De regievoerder besluit het gesprek te staken en een gesprek na uitspraak van de rechtbank in te plannen en bedankt de tolk voor de dienst. Het gesprek is geëindigd om 13:35.
Overige waarnemingen regievoerder
Betrokkene valt nadat het gesprek is beëindigd voorover van de stoel en lijkt flauw te vallen. De casemanager van COA roept via de portofoon de dienstdoende BedrijfsHulpVerlener (BHV) op die de eerste assistentie verleent, door haar in een stabiele zijligging te leggen. De BHV'er lijkt geen contact met betrokkene te kunnen krijgen en roept vervolgens een ambulance op ter assistentie.
Nadat de ambulancebroeders ter plaatse zijn en hun assistentie verlenen (o.a. bloeddrukmeting, suikermeting verrichten, medische geschiedenis erbij pakken) ligt betrokkene nog steeds in een stabiele zijligging en maakt tussendoor geen contact met de buitenwereld. De ambulancebroeders besluiten betrokkene liggend over te brengen naar de GZA ruimte om daar bij te kunnen komen. De ambulancebroeders laten weten dat betrokkene niet in gevaar is, maar dat er een conversie-stoornis ten grondslag ligt. De ambulancebroeders geven aan verslag te doen en de casus weer over te dragen aan de huisarts van betrokkene.
De regievoerder verlaat de gespreksruimte om 14:05, nadat betrokkene is
overgebracht naar de GZA ruimte.
(…)
13. In het Dublindossier zijn door de gemachtigde van eiseres medische stukken overgelegd. De gemachtigde die eiseres bijstaat in de bewaringsprocedure heeft voorafgaand aan de zitting contact opgenomen met de gemachtigde die eiseres in de Dublinprocedure heeft bijgestaan en zodoende ook de beschikking over deze stukken en heeft deze stukken, tezamen met andere stukken overgelegd en ook aangegeven dat beide gemachtigden van eiseres inmiddels gemachtigd zijn om medische stukken op te vragen bij het Detentiecentrum in Zeist waar eiseres de maatregel heeft ondergaan. De rechtbank merkt hierbij op dat gemachtigde zich terecht op het standpunt stelt dat de machtiging om de belangen van zijn cliënte te behartigen en haar bij te staan in deze procedure betekent dat hij ook is gemachtigd om het medische dossier van eiseres op te vragen. Zoals de rechtbank in eerdere uitspraken reeds is overwogen dient de inrichtingarts het medische dossier op eerste aanvraag en onmiddellijk te verstrekken als de gemachtigde van een in bewaring gestelde vreemdeling hierom verzoekt.
14. De rechtbank stelt voorts vast dat nadat de rechtbank uitspraak heeft gedaan en voordat de maatregel is opgelegd, de navolgende informatie bekend is geworden:
-Een verslag van het op 23 september 2025 direct voorafgaand aan de staandehouding gehouden vertrekgesprek waarin onder meer de navolgende informatie is opgenomen:
(…)
Ik heet betrokkene welkom en vraag of zij mij herkent van een eerder gesprek.
Betrokkene antwoordt ontkennend en ik leg uit dat een collega en ik eerder, afgelopen juli, met haar hebben gesproken. Ik geef aan dat ik heb begrepen van COA, dat betrokkene gisteren een gesprek heeft gehad met Vluchtelingenwerk Nederland, waarin de stand van zaken van haar asielprocedure met haar is doorgenomen. Daar kwam onder andere in haar
voren dat de rechtbank haar beroep ongegrond heeft verklaard. Ik bevestig dat en geef aan dat daamee de beslissing van de IND vaststaat, dat betrokkene niet in Nederland mag blijven, maar overgedragen wordt aan Portugal. Ik vraag: “Gaat u meewerken aan een overdracht naar Portugal?” Betrokkene zegt: “Nee, ik ga niet naar Portugal.” Ze herhaalt dit nog een keer en voegt toe: “De mijnheer die mij kwaad heeft gedaan, kan mij daar vinden. Negen jaar lang deed hij dat.”
Daarop geef ik aan: “De beslissing van de IND staat vast. En omdat er maar korte tijd beschikbaar is voor het organiseren van een overdracht, wordt het een gecontroleerde overdracht. Daarom wordt u vandaag staande gehouden. Ik draag u nu over aan medewerkers van Dienst Vervoer en Ondersteuning, DV&O.”
Tijdens de vertaling van de laatste zin zijn vier DV&O-medewerkers de spreekruimte binnen gekomen en zij hebben het gesprek van mij overgenomen. Ik heb daarop de ruimte verlaten.
(…)
15. Het proces-verbaal van staandehouding, overbrenging, en ophouding (M105) waarin onder meer het navolgende is opgenomen:
(…)
Op dinsdag 23 september 2025, omstreeks 08:30 uur bevond ik, verbalisant, mij, in uniform
gekleed, op de locatie van het AZC Druten [xxx]van de spreekkamer van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) voor de staandehouding van [eiseres]. Tevens
waren aanwezig nog drie collega’s van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) allen
buitengewoon opsporingsambtenaar, collega [xxx] Brigadier van de Afdeling
Vreemdelingenpolitie Identificatie en Mensenhandel (AVIM), allen in uniform gekleed, medisch verpleegkundige van Dutch Medical Group (DMG), regievoerder DT&V en een tolk Portugees.
(…)
Ambtshalve was mij bekend dat Betrokkene (Be) suïcidaal en onvoorspelbaar gedrag heeft vertoond. Op 22 september 2025 was de crisisdienst ter plaatse geweest omdat Be had gedreigd om suïcide te plegen. Crisisdienst had dit beoordeeld en Be goed genoeg bevonden om op het COA te verblijven.) Na de staande houding zei Be: Ik wil naar mijn kamer, ik zei tegen haar dat dit niet mogelijk was i.v.m. de veiligheid. Be raakte hierdoor geëmotioneerd en ik zag dat Be zich op de grond liet zakken. Eenmaal op de grond zag ik dat Be zichzelf ontklede en daarna raakte Be kort buiten bewustzijn. Ik vroeg toen aan de medisch verpleegkundige van D.M.G. om Be te controleren. Ik zag en hoorde dat Be ten tijde
van de controle bijkwam. We hebben Be toen een laken om haar ontblote lichaam geslagen.
(Medisch gezien was er geen bezwaar om Be te transporteren naar het Detentie Centrum
Zeist). Ik zei tegen Be dat we haar gingen transporteren naar Zeist. Ik zag dat betrokkene
verstijfde en niet mee wilde werken. Ik zei tegen Be, als u niet meewerkt zijn wij
genoodzaakt, vanwege veiligheidsredenen de boeien te gebruiken, Be gaf hier geen gehoor
aan. Door haar onberekenbare gedrag en eerdere suïcidepogingen hebben wij ter behoeven
van het transport Be de handboeien aangelegd. Ten tijde van het transport heeft een
vrouwelijke collega naast Be plaatsgenomen evenals de medisch verpleegkundige van
D.M.G. Eenmaal aangekomen op het detentiecentrum Zeist hebben wij Be kleding verstrekt
en de handboeien afgedaan.
(…)
16. In de Dublinprocedure heeft eiseres een verslag van het intakegesprek met de GZ-psycholoog en een bericht van een specialist van Pro Persona overgelegd. Verweerder heeft dus kennis van deze stukken voorafgaand aan oplegging van de maatregel en waarvan ook melding wordt gemaakt in de maatregel.
17. Gemachtigde van eiseres, die eiseres tijdens het bewaringsgehoor heeft bijgestaan, heeft ter zitting het aangegeven niet op de hoogte te zijn gesteld van de medische problematiek van eiseres en van de incidenten die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan het bewaringsgehoor. De gemachtigde heeft tevens aangegeven dat de gemachtigde die eiseres in de Dublinprocedure heeft bijgestaan op 1 september 2025 een mail van het COA heeft ontvangen waarin op vragen van die gemachtigde is medegedeeld dat er ‘ambtshalve voor eiseres een artikel 64 is aangevraagd en dat dit maakt dat eiseres niet verwijderbaar is’.
18. Verweerder heeft in reactie hierop aangegeven dat deze aanvraag inderdaad is gedaan om te bezien welke reisvoorwaarden moesten worden getroffen maar dat BMA geen advies heeft kunnen uitbrengen omdat eiseres geen toestemming zou hebben verleend. De rechtbank neemt aan dat is bedoeld dat er geen toestemming zou zijn verleend aan het BMA om contact op te nemen met de behandelaar van eiseres en geen toestemming zou zijn verleend aan BMA om kennis te nemen van de medische stukken die eiseres reeds had overgelegd in de Dublinprocedure. De rechtbank merkt op dat, zoals hiervoor weergegeven, een mededeling van gelijke strekking is gedaan aan de Portugese autoriteiten. De gemachtigde van eiseres heeft gesteld dat eiseres nimmer om toestemming is gevraagd en dat de gemachtigde die eiseres heeft bijgestaan ook niet is benaderd om eiseres te vragen of zij toestemming aan BMA zou willen geven voor nadere advisering. Indien dit wel zou zijn geschied had BMA ook kennis kunnen nemen van het patiëntenjournaal van het GZA, dat ter zitting door gemachtigde van eiseres is overgelegd en waaruit onder meer blijkt dat eiseres reeds op 3 januari 2025 is gescreend en de behandeling dan aanvangt. Tevens zou dan zijn gebleken dat eiseres onder meer kampt met depressieve/angst klachten, suïcidale gedachten, nachtmerries en paniekaanvallen. Ten aanzien van de suïcidale gedachten is onder meer vermeld dat eiseres zowel in Angola als in Ter Apel concrete plannen had voor een tentamen suïcide. Bij ‘8 mei 2025’ is vermeld dat het COA om hulp heeft gevraagd omdat is medegedeeld dat eiseres naar Portugal moet terugkeren en eiseres daarop in shock is geraakt, niet meer aanspreekbaar was en 112 is gebeld en de ambulance ter plaatse is gekomen. Op 22 mei 2025 heeft eiseres zich suïcidaal geuit en aangegeven dat ze niet meer wil leven en liever wordt gedood dan terug te keren naar Portugal. Ze denkt elke dag en elk tijdstip aan suïcide. Daarop is gebeld naar de huisarts en die heeft geadviseerd om de crisisdienst te bellen. op 5 juni 2025 is vermeld dat eiseres periodiek dissociatief is en aangaf niet terug te willen keren naar Portugal en zich van het leven zou kunnen beroven bij als zou worden besloten dat ze moet terugkeren naar Portugal. Het patiëntenjournaal bevat informatie tot en met 5 juni 2025. De rechtbank verzoekt gemachtigde om na te gaan of recentere journaalgegevens beschikbaar zijn of dat de overname van de behandeling betekent dat het journaal niet langer is bijgehouden.
19. Gemachtigde van eiseres heeft tevens een bericht na crisisinterventie van de GZ-psycholoog van Pro Persona, geestelijke gezondheidszorg, van 31 mei 2025 overgelegd en een brief van Pro Persona van 30 juli 2025
20. De rechtbank heeft gemachtigde van eiseres verzocht om zich te wenden tot de inrichtingarts van het DTZ om het patiëntenjournaal van eiseres op te vragen en te overleggen en tevens mede te delen dat de rechtbank een verslag heeft opgevraagd van de medische intake die eiseres heeft gekregen bij binnenkomst in het DTZ. De rechtbank had verweerder aanvankelijk verzocht om een verslag van de fit-to-fly keuring op te vragen en te overleggen. Verweerder heeft navraag gedaan bij de regievoerder en uit die navraag is gebleken dat er geen fit-to-fly keuring heeft plaatsgevonden. Verweerder heeft toegelicht dat de inrichtingarts bepaalt of er een fit-to-fly keuring moet plaatsvinden voordat de overdracht feitelijk wordt uitgevoerd en dat dit niet aan de regievoerder is om te bepalen omdat de beslissing of er een medische keuring moet plaatsvinden medische expertise vereist. De rechtbank heeft ter zitting aangegeven dat dit begrijpelijk is maar dat in de onderhavige procedure de vraag rijst of de inrichtingarts door DTV op de hoogte is gebracht van het verloop van de eerdere vertrekgesprekken, van de staandehouding en van de medische informatie die voorafgaand aan de inbewaringstelling reeds bekend waren. De rechtbank verzoekt beide gemachtigden om dit na te gaan, verweerder door dit aan de regievoerder te vragen en gemachtigde van eiseres door dit aan de inrichtingarts te vragen en daarbij mede te delen dat deze vraag in opdracht van de rechtbank wordt gesteld. De rechtbank wil voorkomen dat er een nadere zitting moet plaatsvinden om de inrichtingarts te horen en meent dat de noodzakelijke informatie op deze wijze eenvoudiger kan worden achterhaald. De rechtbank merkt hierbij op dat indien de opgevraagde informatie niet wordt verstrekt en de rechtbank dit noodzakelijk acht, de rechtbank niet zal aarzelen om de inrichtingarts en de regievoerder op te roepen om ter zitting te verschijnen om door de rechtbank te worden gehoord.
21. De rechtbank heeft verweerder verzocht om het dossier aan te vullen met onder meer een verslag van de feitelijke overdracht door de twee medewerkers van de Koninklijke Marechaussee en de medewerker van de Dutch Medical Group die eiseres tijdens de feitelijke vlucht hebben begeleid. Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat een terugkoppeling door de verpleegkundige die eiseres heeft begeleid tijdens de feitelijke overdracht als intern document is het dossier van verweerder is geplaatst en dat daaruit blijkt dat de feitelijke overdracht rustig is verlopen. De rechtbank twijfelt er niet aan dat dit een deugdelijke weergave is van de terugkoppeling, maar verzoekt gemachtigde van verweerder te bewerkstelligen dat door de verpleegkundige een verslag wordt opgemaakt van de feitelijke overdracht, de gemoedstoestand van eiseres en haar eventuele uitingen over haar gezondheid en gemoed. De rechtbank wil ook weten of eiseres na aankomst in Portugal is overgedragen aan een arts of verpleegkundige en of bij een dergelijke ‘warme overdracht’ meer informatie is medegedeeld dan de informatie die bij de schriftelijke aankondiging aan de Portugese Dublinunit is verstrekt. De rechtbank wil weten of door verweerder en de begeleiders die verweerder heeft ingezet tijdens de feitelijke overdracht aan de Portugese autoriteiten en/of aan de arts/verpleegkundige is medegedeeld dat eiseres in Nederland onder behandeling stond, dat zij zich meermalen suïcidaal heeft geuit, dat er crisisinterventies hebben plaatsgevonden en dat eiseres in Nederland is behandeld met medicatie. Verweerder heeft aangegeven dat de KMar heeft laten weten dat indien de rechtbank een verslag van de Kmar wil over de begeleiding tijdens de feitelijke overdracht, de rechtbank dit zelf moet vragen en dit niet zo kan doen met een bericht in het dossier. De rechtbank zal verweerder daarom in deze uitspraak de opdracht geven om zich tot de KMar te richten omdat de rechtbank een proces-verbaal wil van de feitelijke overdracht, hoe deze is verlopen, hoe de gemoedstoestand van eiseres was en of haar gedragingen aanleiding zijn geweest om bevoegdheden die zij ontlenen aan de ‘Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsdiensten’ aan te wenden voor, gedurende of aansluitend aan de feitelijke overdracht. De rechtbank deelt hierbij mee dat indien de KMar niet bereid is tot het opstellen van een proces-verbaal zoals hiervoor bedoeld, de rechtbank zal overwegen om de betreffende KMar-medewerkers op te roepen om ter zitting te verschijnen en in persoon onder ede te horen.
22. De rechtbank acht het noodzakelijk om kennis te kunnen nemen van de ontbrekende informatie om de rechtmatigheid van de maatregel te kunnen beoordelen. De rechtbank heeft dit ook ter zitting besproken met beide gemachtigden. De rechtbank doet dan ook een tussenuitspraak en verzoekt de gemachtigden de navolgende informatie op te vragen en aan het dossier toe te voegen
23. De rechtbank verzoekt verweerder:
-een verslag op te laten maken door de medische escort van de feitelijke overdracht en het welbevinden van eiseres direct voorafgaand aan de overdracht, gedurende de overdracht en direct aansluitend aan de overdracht. De rechtbank wenst ook te worden geïnformeerd of er een feitelijke overdracht aan een arts/psychiater/psycholoog/verpleegkundige heeft plaatsgevonden en of hierbij een medicatieoverzicht van eiseres is verstrekt;
- na te gaan wie de beslissing heeft genomen over de wijze waarop de feitelijke overdracht zou plaatsvinden en op grond van welke (medische) informatie dit is geschied nu BMA geen advies heeft uitgebracht en er geen fit-to-fly keuring heeft plaatsgevonden;
- een proces-verbaal op te laten maken door de medewerkers van de KMar die eiseres hebben geëscorteerd tijdens de overdracht. De rechtbank wil dat in dit proces-verbaal wordt gerelateerd of zij in verband met gedragingen van eiseres vooraf, gedurende of direct na de feitelijke overdracht bevoegdheden op grond van de Ambtsinstructie hebben moeten aanwenden. De rechtbank wenst ook te vernemen of eiseres zittend dan wel liggend is vervoerd en of daarbij vrijheidsbeperkende of hulpmiddelen als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Ambtsinstructie zijn gebruikt;
- na te gaan of DT&V de inrichtingarts op de hoogte heeft gesteld van de waarnemingen die tijdens de vertrekgesprekken en de staandehouding/overbrenging/ophouding zijn gedaan;
-na te gaan of de inrichtingarts op de hoogte is gebracht van de door eiseres overgelegde medische stukken en de omstandigheid dat eiseres voorafgaand aan de inbewaringstelling onder behandeling stond.
24. De rechtbank verzoekt gemachtigde van eiseres:
-om zich te wenden tot de inrichtingarts om het patiëntenjournaal van eiseres op te vragen;
-om zich te wenden tot de inrichtingarts om het verslag van de medische intake bij binnenkomst op te vragen;
-om na te gaan of het patiëntenjournaal van het GZA actuele informatie omdat de verslaglegging in het overgelegde journaal eindigt op 5 juni 2025.
25. De rechtbank verzoekt beide gemachtigden om zich zodanig in te spannen dat de rechtbank op uiterlijk 20 oktober 2025 over de gevraagde informatie kan beschikken. Na ontvangst van de informatie zal de rechtbank partijen informeren over de verdere voortgang van de procedure.
26. Iedere andere beslissing wordt aangehouden.

Beslissing

De rechtbank:
- draagt partijen op om de in rechtsoverwegingen 23 en 24 beschreven informatie te vergaren en uiterlijk op 20 oktober 2025 aan het dossier toe te voegen;
- stelt beide partijen in de gelegenheid om overige informatie die zij relevant achten voor de rechtmatigheidsbeoordeling van de maatregel aan het dossier toe te voegen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. van Lokven, rechter, in aanwezigheid van M.M.P. van Diepen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op: 09 oktober 2025.
Rechtsmiddel
Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.