ECLI:NL:RBDHA:2025:18677
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublin-overeenkomst met Finland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Syrische nationaliteit, heeft op 15 juni 2025 asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag is niet in behandeling genomen omdat Finland verantwoordelijk is op basis van de Dublin-overeenkomst. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat Finland niet voldoet aan de EU-wetgeving en dat hij daar geen adequate rechtsbijstand heeft gekregen. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld zonder zitting, op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat Finland zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank stelt vast dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat betekent dat men ervan uitgaat dat Finland zijn verplichtingen zal nakomen. Eiser heeft geen concrete bewijzen overlegd die zijn stellingen onderbouwen, zoals documenten die zijn psychische klachten aantonen of bewijs van inadequate rechtsbijstand in Finland. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling is genomen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze beslissing, indien zij het niet eens zijn met de uitspraak. De rechtbank verwijst naar relevante artikelen van de Vreemdelingenwet en de Dublinverordening.