ECLI:NL:RBDHA:2025:18680
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag wegens gebrek aan beroepsgronden
Op 3 september 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie besloten om de asielaanvraag van eiser niet in behandeling te nemen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft op 4 september 2025 beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift van eiser geen gronden bevatte, wat in strijd is met artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiser is door de rechtbank op 5 september 2025 gevraagd om binnen vijf werkdagen alsnog gronden in te dienen, met de waarschuwing dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard kan worden als dit niet gebeurt. Eiser heeft echter geen gronden ingediend binnen de gestelde termijn.
Op 17 september 2025 heeft de rechtbank eiser geïnformeerd over het ontbreken van beroepsgronden. De gemachtigde van eiser heeft op 23 september 2025 bevestigd dat er geen gronden zijn ingediend en aangegeven dat eiser een andere advocaat zou zoeken om de procedure over te nemen. Er is echter geen verzoek tot overname of informatie ontvangen van een andere advocaat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzuim niet verschoonbaar is en heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Eiser krijgt geen vergoeding van de proceskosten.
De uitspraak is gedaan op 8 oktober 2025 door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.